Dokkum toen en nu: De Abdij

De historische binnenstad van Dokkum kent tal van bijzondere plekjes met een goed verhaal. Zowel binnen als buiten de binnenstad zijn de afgelopen jaren gebouwen gesloopt, opgeknapt of nieuwgebouwd. In-Dokkum.nl duikt in de rubriek ‘Dokkum toen en nu’ de geschiedenis in. Waarom heeft een straatnaam die naam gekregen? En wat stond er vroeger op de plek van wat er nu staat? In deze editie: Hotel en Restaurant de Abdij, vroeger als Bonifatiusabdij en weeshuis.

Grootschalig plan
Hotel de Abdij Dokkum is een hoogwaardig hotel met twintig kamers en ontmoetingsruimten. Vier plaatselijke ondernemers namen het initiatief om de Abdij centraal de stellen als sociaal-culturele verbinding in Noordoost-Fryslân. Het hotel bestaat uit double rooms, junior suites, suites, family suites en superior suites. Ook heeft het hotel een aantal andere faciliteiten zoals een 3-daags luxe wellness arrangement, een ontdek Dokkum arrangement, een verwenarrangement, een culinair arrangement en meer. De Abdij zal als verbindingspunt een broedplaats voor ondernemers en initiatieven zijn. Deze Abdij-restauratie was een onderdeel van een grootschalig plan waarmee Dokkum de toekomst ingaat als middelpunt van een grote en sterke regio. De nadruk van de Abdij ligt in het weekend op families en recreanten en doordeweeks op de zakelijke gasten. In de toekomst zal het aantal kamers uitgebreid worden naar 40.

Het restaurant
Het hotel beschikt ook over een restaurant genaamd de Waard van Dokkum met top-chef Michael Roest en gastheer Salvatore Apuzzo. Michael haalt de groenten uit zijn eigen tuin in Zwaagwesteinde. Deze chef-kok is van restaurant hotel de Waard van Ternaard verder gegaan in de Waard van Dokkum. De kookstijl is eigenzinnig, een tikje ruig en roast maar hoog op smaak. Traditioneel in de basis, vooruitstrevend in de samenstelling en uitvoering. Roest is uitgegroeid tot een van de beste chefs in het Noorden. De uitstraling van het restaurant is tijdloos, natuurlijk en robuust met het design van Pilat&Pilat, het Friese meubelmerk uit Twijzel dat ook gebruikt werd voor de vormgeving in het eerdere restaurant in Ternaard. Het restaurant telt vijftig plaatsen.

Bonifatiusabdij
Na de dood van Bonifatius in 754 brouwden de monniken van de net gestichte Bonifatiusabdij het Dokkumer bier. Particuliere brouwers namen dit werk over tot een aantal van 19 Dokkumer brouwerijen. Het water voor dit bier werd uit de Bonifatiusbron gehaald en de laatste brouwer stopte pas in 1876. Na 140 jaar is het Bonifatiusbier inmiddels weer terug in het centrum van Dokkum. De contouren van deze grote Bonifatiusabdij zijn in de huidige bestrating terug te vinden waar de monniken hun kerkdiensten hielden. Bij een klooster of abdij was een refter, een brouwerij en een bakkerij. Dit zodat het brood en bier dagelijks zo vers mogelijk waren. Na de Bonifatiusabdij werd er een weeshuis gevestigd. In 2018 lagen de funderingskeien klaar om verpulverd te worden. Museumdirecteur Ihno Dragt heeft de gemeente Dongeradeel overtuigd de stenen niet te vernietigen, maar een definitieve plaats te geven. Deze keien werden gevonden bij het graven van een diep gat voor de Ijsfontein.

Weeshuis
Het voorm. Weeshuis werd in 1610 gesticht en was een neoclassicistisch eenlaags gebouw met hoger opgaand, gepleisterde middenrisaliet. In het gebouw hangt een door Jan Albert de Grave gegoten klokje uit 1725. De voorgevel bevat een gedenksteen uit 1758. Het pand is onderzocht en de oudste balk werd in de kloostervleugel gevonden en is gekapt in 1534. Waarschijnlijk is deze balk hergebruikt bij de verbouw van de vleugel tot weeshuis in 1610. In 1965 neemt K. van der Laan afscheid als voorzitter van het weeshuis. De bezittingen van het weeshuis werden overgedragen aan de gemeente Dokkum. In de enkele zwart-wit foto’s hieronder werd het weeshuis opgeheven.

Foto’s gevonden op Historisch Informatiecentrum Noordoost-Fryslân. De verscheidene informatie verkregen via de website van de Abdij en Rijksmonumenten.

Dokkum toen en nu: De Oosterkerk

De historische binnenstad van Dokkum kent tal van bijzondere plekjes met een goed verhaal. Zowel binnen als buiten de binnenstad zijn de afgelopen jaren gebouwen gesloopt, opgeknapt of nieuwgebouwd. In-Dokkum.nl duikt in de rubriek ‘Dokkum toen en nu’ de geschiedenis in. Waarom heeft een straatnaam die naam gekregen? En wat stond er vroeger op de plek van wat er nu staat? In deze editie: De Oosterkerk aan de Oostersingel 2. In 1887 werd deze gereformeerde kerk gebouwd, inmiddels in het ingericht als zorginstelling met 24 zorgappartementen. 

Appartementencomplex
Dinsdag 21 februari 2012 werd het huurcontract ondertekend tussen de JP van den Bent Stichting en het ontwikkelbedrijf van Bouwgroep Dijkstra Draisma BV. Dit was een bijzondere gebeurtenis, omdat een aannemer een kerk opkocht en deze veranderde in 24 zorgappartementen die hij zelf ging verhuren aan een zorginstelling. Het kerkgebouw behoorde tot het beschermende stadsgezicht van Dokkum en daardoor was sloop of nieuwbouw niet mogelijk. Er is toen een plan bedacht waarbij de buitenmuren en het dak zijn blijven staan en er in het gebouw zelf een nieuwe constructie is gekomen met vier bouwlagen hoog. De bouw van deze zorgappartementen begon in maart 2011 en werd eind 2012 opgeleverd. De 24 mensen die hier nu wonen hebben uiteenlopende leeftijden en hulpvragen.

De JP van den Bent stichting
De JP van den Bent stichting biedt permanente verzorging voor volwassenen met een verstandelijke beperking. De stichting ondersteunt deze mensen bij hun leven. Deze ondersteuning is voor iedereen anders. Dit kan bijvoorbeeld bij wonen, werken, invulling van vrije tijd of contacten met anderen. In 1988 werd de JP een zelfstandige stichting. Cultuur en waarden vormen de kern van de stichting. Vanuit de logeerlocatie in Dokkum ontstond een vraag naar wonen. Als gevolg daarvan werd er in augustus 2011 een eerste woonlocatie in Dokkum geopend. Dit was op de Rondweg en hier wonen 18 mensen in verschillende appartementen die ondersteuning krijgen. De vraag werd al snel groter dan er geplaatst kon worden op deze nieuwe locatie. Toen werd de aandacht gewekt voor dit bijzondere project. 24 cliënten kwamen er te wonen en de overige appartementen worden gebruikt voor gezamenlijk gebruik en ondersteuning. Ook kunnen werkenden bij de stichting thuis langskomen. Dit kan variëren van 1 keer per week de administratie doen tot elke dag langskomen om de dag even door te nemen.

De gereformeerde kerk
In 1868 kocht het bestuur van de ‘Vereniging voor Christelijk Nationaal Schoolonderwijs te Dokkum’ een gebouw aan de Oostersingel. Hier wilden ze een evangelisatielokaal stichten. Van 11 tot 14 januari 1887 werd het ‘Gereformeerd Kerkelijk Congres’ georganiseerd in Amsterdam. Na hier een bezoek aan te hebben gebracht, werd aan de kerkenraad gevraagd of hij bereidt was de reformatie van de kerk in Dokkum op zich te nemen. De kerkenraad zag geen aanleiding om dit te gaan doen. De broeders van de kerk besloten toen om zich van de hervormde kerk af te scheiden. Ze kwamen bijeen op 26 april 1887 zodat de instituering van de Nederduitse gereformeerde kerk (dolerende) een feit werd. Op 8 mei 1887 kwam de kerkenraad bijeen en besloot dat het evangelisatielokaal te klein werd en dit moest worden verruild voor een eigen kerk. Op zondag 29 oktober 1887 werd de nieuwe kerk in gebruik genomen. Het was één van de nieuwgebouwde gereformeerde kerken in Dokkum voor de groep van Dolerenden van A. Kuyper. De Zaalkerk zonder toren werd ontworpen voor A. Nauta, onder invloed van het werk van Tj. Kuipers. De kerk werd in 1926 en in 1982 verbouwd. Het orgel werd in 1962 gebouwd door de firma J. Reil. De kerk werd niet afgebroken en ook de school naast de kerk bleef bestaan. De bestaande gevels van het Damgebouw, het voormalige naastgelegen kerkelijk centrum wat oorspronkelijk een school was, zijn grotendeels blijven staan.

Informatie gevonden op RTV NOF, de JP van den Bent stichting en de Gereformeerde kerken.
Foto’s verkregen via pbase en reliwiki.

 

Dokkum toen en nu: De IJsherberg

De historische binnenstad van Dokkum kent tal van bijzondere plekjes met een goed verhaal. Zowel binnen als buiten de binnenstad zijn de afgelopen jaren gebouwen gesloopt, opgeknapt of nieuwgebouwd. In-Dokkum.nl duikt in de rubriek ‘Dokkum toen en nu’ de geschiedenis in. Waarom heeft een straatnaam die naam gekregen? En wat stond er vroeger op de plek van wat er nu staat? In deze editie: Restaurant-Steakhouse De IJsherberg op de Harddraversdijk in Dokkum. De IJsherberg is gevestigd in een monumentaal gebouw aan de rand van de Bolwerken. De IJsherberg heeft een grote geschiedenis met als begin een boerderij-herberg, later de oprichting van de Koninklijke IJsclub Dockum, vervolgens boer Brouwer als nieuwe eigenaar, hierna als atelier, toen als bibliotheek en tegenwoordig als restaurant.

Restaurant-Steakhouse
Het restaurant-steakhouse de IJsherberg is een restaurant met een gastronomische keuken. Veel authentieke elementen zijn hier bewaard gebleven wat een bijzondere sfeer geeft. In de IJsherberg serveren ze lunch, diner en een vers bakje koffie. De keuken kan ook een menu of buffet samenstellen. Naast restaurant, beschikt de IJsherberg ook over verschillende zalen. Deze zalen kunnen worden gebruikt als feestlocatie voor verschillende doeleinden, zoals een verjaardag, jubileum of bruiloft. Ook maakt het restaurant gebruik van thuiscatering, dit kan worden bezorgd of afgehaald. Verder zijn er ook vergaderzalen verkrijgbaar; de grote zaal geschikt voor bijeenkomsten tot 450 personen, de buffetzaal voor groepen tot 90 personen, de spiegelzaal voor tot 75 personen en de foyer, een moderne ruimte met bar en terras geschikt voor bijeenkomsten tot 120 personen.

Partners en arrangementen
De IJsherberg organiseert ook compleet verzorgde dagjes weg, uitjes en arrangementen. Hiervoor werken ze samen met verscheidene partners; It Fiskershúske, Het Admiraliteitshuis en ZwemCentrum Kollum. Ook zijn er locaties die ze cateren; Het Oude scheepswerf ’t Hellinghûs Dokkum (tot 30 personen), Bonifatiuskapel Dokkum (tot 2000 personen), De Garnalenfabriek Peasens (tot 40 personen) en het wederom het ZwemCentrum Kollum (tot 80 personen). Een van de arrangementen van de IJsherberg is ‘het Stad en Wad’ voor cultuur, historie en de natuur van het Wad. Daarnaast verzorgen ze het ‘Dokkum en meer’ arrangement.

De grote geschiedenis
De geschiedenis van de IJsherberg begint halverwege de 18e eeuw. De IJsherberg diende als boerderij-herberg voor onderkomen voor vermoeide reizigers. De paarden werden afgewisseld in de ‘trochreed’ en er werd gedronken en gegeten in de gelagkamer. In de winter leidde een stropad vanaf de Zuider Ee de schaatsers naar een warme toevlucht in de herberg. Schaatsen en ijs stond in die tijd centraal en zo is de IJsherberg ook aan haar naam gekomen. In 1840 is de ‘Koninklijke IJsclub Dockum’, de oudste schaatsclub van Nederland opgericht in de IJsherberg. Voor de herberg werden er schaatswedstrijden georganiseerd. Toen werd de Zuider Ee ook ‘Hardrijdersgracht’ genoemd. In 1922 werd boer Brouwer eigenaar van de IJsherberg. Brouwer was ouderling in de kerk en de familie Brouwer was eigenlijk een groot gezin. Veel kinderen uit de buurt kwamen dus regelmatig in de IJsherberg spelen en veel hebben hier leren schaatsen. Dit werd ‘It Brouwers sleatsje’ genoemd. In 1952 maakte van der Zee een atelier van de herberg. Hij was kunstschilder en had zijn atelier hier gevestigd en was dus de nieuwe eigenaar. Van der Zee heeft er oude tegeltjes gevonden die waren weggestopt achter vele lagen behang. Deze tegels zijn nu te vinden in de ‘blauwe kamer’ in het restaurant, maar hier was vroeger de opkamer. In 1976 kwam de Openbare Bibliotheek van Dokkum in dit pand. Aan de inrichting is de sfeer van die tijd te herkennen, net zoals het decor dat bewaard is gebleven. De bibliotheek is inmiddels verhuist naar de Brokmui, dichtbij de sporthal de Trimmer. In 2006 is de IJsherberg verandert in een restaurant-steakhouse wat nu nog steeds de functie is.

Informatie verkregen van de website van de IJsherberg. De zwart-wit foto is gebruikt van het Historisch Informatiecentrum Noordoost Fryslân.

Dokkum toen en nu: De Waegh

De historische binnenstad van Dokkum kent tal van bijzondere plekjes met een goed verhaal. Zowel binnen als buiten de binnenstad zijn de afgelopen jaren gebouwen gesloopt, opgeknapt of nieuwgebouwd. In-Dokkum.nl duikt in de rubriek ‘Dokkum toen en nu’ de geschiedenis in. Waarom heeft een straatnaam die naam gekregen? En wat stond er vroeger op de plek van wat er nu staat? In deze editie: Grand Café de Waegh op de Grote Breedstraat die vroeger de Boterwaag werd genoemd en nu als restaurant dient.

Het restaurant
Sinds december 2013 dient het gebouw in het midden van het centrum als een Grand Café waar men kan genieten van een hapje en een drankje. De eigenaren willen dat de Waegh als een plek voelt waar iedereen kan komen, ongeacht de leeftijd. De keuken werkt met verse producten en ingrediënten. Het restaurant is zeven dagen per week geopend en ze serveren lunch en diner. De Waegh heeft verschillende ruimtes; het restaurant met bar beneden inclusief een serre, een tweede verdieping met personeelsruimte, toiletten en een zaal. Ook beschikt het restaurant over een buitenterras aan -voor, -zij en achterkant. Grand Café de Waegh gaat binnenkort verbouwen en hopen in het voorjaar van 2021 klaar te zijn.

Waaggebouwen
Een waag is een gebouw waar goederen werden gewogen. Het recht op zo’n waag was een stadsrecht en het bevorderde de eerlijke handel. Handelaren werden namelijk verplicht om bepaalde producten, zoals kaas en boter, in de waag te laten wegen. Er wordt gedacht dat de eerste waaggebouwen simpele houten gebouwtjes waren of soms alleen maar een afdakje. In ieder geval, op een voor de handel gunstige plek. Er wordt vermoedt dat de eerste waag in Dokkum geen houten gebouwtje was. Er is namelijk sprake van het schoonmaken van oude steen bij de vergroting van de waag in 1593. In de 14de eeuw werden er al stenen waaggebouwen gebouwd in de meest welvarende steden. In de kleinere steden en de dorpen, werden ze pas na 1550 gebouwd. De meeste waaggebouwen zijn ontstaan uit de jaren rond 1600. In de 18de eeuw werden er enkele nieuwe gebouwd, waaronder de derde waag van Dokkum. Na de 20ste eeuw kwam er een einde aan het bouwen van nieuwe waaggebouwen. Veel bestaande werden gesloopt of kregen een andere functie.

Boterwaag
De boterwaag die gebouwd werd voor 1593 stond op dezelfde plek als de huidige. Toen was de waag het meest noordelijke gebouwtje van een rij met riet-gedekte huizen aan de Breedstraat. In 1593 werd er besloten de waag te vergoten, de riet-gedekte huizen werden afgebroken en ook de bestrating rondom. Op schetsen van gevechtshandelingen in 1572 zijn brandende huizen te zien. Waarschijnlijk bestond de boterwaag die in 1593 vergroot werd al in het jaar 1572. Uit de boedel van de derde waag is namelijk een grote waagbalans van ijzer bewaard gebleven, waarop het jaartal 1572 te zien is. Als die balans in een gebouw was dat in de brand stond was het niet bewaard gebleven.

Functie
De Waegh is altijd een bepalend gebouw in de Grote Breedstraat geweest. De buitenkant is in de loop der jaren niet veel veranderd, maar de functie van het pand wel. In 1754 werd dit monumentale pand gebouwd als Boterwaag, plaats waar de boter werd gewogen, met aan de zuidkant een militaire wacht gevestigd. Hierna is het in gebruik geweest als stalling voor brandweerspuiten, politiebureau, oudheidskamer en VVV-kantoor. De historie van de Waegh is nog steeds te zien door de gevelsteen met de tekst ‘weegt en waakt’. Dit staat voor het wegen van de boter en de militaire wacht die waakte. Ook staat er op de zuidgevel het wapen van Friesland tussen de twee leeuwen, wat ook op de militaire wacht duidt.

De foto’s zijn gebruikt van het Historisch Informatiecentrum Noordoost Fryslân, de Inventarisatie van gevelstenen en het Geheugen.
Info verkregen van het boek Dokkum wetenswaagdigheden.

Dokkum toen en nu: De Watertoren

De historische binnenstad van Dokkum kent tal van bijzondere plekjes met een goed verhaal. Zowel binnen als buiten de binnenstad zijn de afgelopen jaren gebouwen gesloopt, opgeknapt of nieuwgebouwd. In-Dokkum.nl duikt in de rubriek ‘Dokkum toen en nu’ de geschiedenis in. Waarom heeft een straatnaam die naam gekregen? En wat stond er vroeger op de plek van wat er nu staat? In deze editie: De Watertoren, gelegen aan de Mockamastrjitte. Deze diende als onderdeel van het naoorlogse uitbreidingsprogramma. De toren speelt nu nog steeds een rol in de drinkwatervoorziening.

Toen
De watertoren, ontworpen door architect J.J.M Vegter, werd gebouwd in 1957. Vegter ontwierp de watertoren in opdracht van het Intercommunale Waterleiding Gebied Leeuwarden als onderdeel van het naoorlogse uitbreidingsprogramma. Dit instituut werd in 1925 opgericht om de leidingwatervoorziening voor Leeuwarden en omgeving te verbeteren. Vegter had in het bovenste gedeelte van de toren gedacht een restaurant te maken met lessenaar en buffet, maar dit plan is nooit gerealiseerd. De toren werd geïmplementeerd in een naoorlogse uitbreidingswijk gelegen in het westen van Dokkum. In de jaren 1956 – ’58 werden er vier watertorens ontworpen, in Dokkum, Drachten, Nes en Sint Jacobiparochie. Het vijfde project was de verbouwing van een lichttoren op Schiermonnikoog. De twee torens die in dit programma ook verwacht werden in Workum en Kollum zijn nooit gebouwd. De ontwikkelingen in watervoorziening en bouwtechniek maakten de bouw van nieuwe watertorens onnodig. Daarom werden er vanaf toen, in 1970, steeds meer watertorens buiten gebruik gesteld.

Omschrijving van het gebouw
De watertoren is traditioneel van opzet door de opbouw van kelder, schacht en waterreservoir. Het is een sobere en gesloten betonnen toren met een hoogte van ongeveer 38 meter. Het reservoir, steunend op een zeshoekige betonnen schacht, heeft een inhoud van 1 miljoen liter. Er werd glijbekisting toegepast bij de bouw van de toren om het reservoir aan de binnenkant zo glad mogelijk te maken en om de buitenzijde vuilafstotend te maken. Het gebouw is gefundeerd op een stalen plaat. De versiering van de toren is sober. Als decoratie is er een wit verglaasde steen op de mantel aangebracht. De binnenzijde is ingericht met een wenteltrap en een spiltrap. De wenteltrap leidt naar de eerste verdieping, hierna gaat deze over in een spiltrap. De toren heeft in de loop der jaren geen tot weinig veranderingen gehad, met uitzondering van de ingangspartij met voorgelegen terras.

De werking van de watertoren
Een watertoren is eigenlijk een bak water op poten met een buis waar het water doorheen kan. Er loopt een brede pijp naar het reservoir dat bovenin de toren zit. Door deze pijp wordt het drinkwater opgepompt en van daaruit wordt het weer getransporteerd naar de waterleidingen. De toren moet hoog genoeg zijn, anders levert deze te weinig druk voor de kranen op de hogere verdiepingen. Ook moet de toren niet te hoog zijn, want dan kunnen de leidingen en kranen de druk niet aan. Extra reservoirs rond de toren zorgen voor genoeg inhoud. Als er veel water tegelijkertijd wordt gebruikt, wordt er extra water opgepompt uit deze reinwaterkelders. De waterdruk wordt tegenwoordig op peil gehouden door elektronisch geregelde pompinstallaties.

Het heden
De watertoren in Dokkum is van gemeenschappelijke waarde en een belangrijk beeld van de wederopbouwperiode in Nederland. Dit vanwege zijn cultuurhistorische waarde, zijn rol als bouwkundige afspiegeling van een essentiële ontwikkeling van de watervoorziening in ons land. Hiernaast ook vanwege zijn architectuurhistorische waarde, zoals de schacht met de vernieuwde toepassing van glijbekisting. Zijn stedenbouwkundige waarde is ook hoog, door de silhouetwerking, de bijzondere verschijningsvorm en het uitzichtpunt over de omgeving van Dokkum. De toren heeft ook een zeldzaamheidswaarde, omdat de bouwopdracht van watertorens sinds 1970 niet meer wordt gegeven. In Juli 2010 werd deze watertoren aangewezen als rijksmonument. De watertoren in Dokkum, in het bezit van waterbedrijf Vitens, is nog in functie en speelt dus nog steeds een rol in de drinkwatervoorziening in de provincie Fryslân. Hij is vanaf 2007 onderdeel van de top 100 belangrijkste naoorlogse bouwwerken.

De reden dat het restaurant er niet van is gekomen, hebben wij niet kunnen achterhalen. Is er iemand die hier meer info over heeft? Dan horen wij dit heel graag
Info over de watertoren is verkregen van de website Rijksmonumenten. De zwart-wit foto’s zijn gebruikt van het Historisch Informatiecentrum Noordoost Fryslân. 

Dokkum toen en nu: De molen het Hert/de Reus

De historische binnenstad van Dokkum kent tal van bijzondere plekjes met een goed verhaal. Zowel binnen als buiten de binnenstad zijn de afgelopen jaren gebouwen gesloopt, opgeknapt of nieuwgebouwd. In-Dokkum.nl duikt in de rubriek ‘Dokkum toen en nu’ de geschiedenis in. Waarom heeft een straatnaam die naam gekregen? En wat stond er vroeger op de plek van wat er nu staat? In deze editie: De molen ‘Het Hert‘ en later ‘De Reus’ genoemd, die vroeger op de Altenastreek stond. Op deze plek staat inmiddels een woonhuis en bijbehorende loods. 

Van houtzaagmolen naar woning
De eerste houtzaagmolen op deze plek werd waarschijnlijk al vóór 1700 gebouwd. De houtzaagmolen is twee keer afgebrand en opnieuw gesticht, in 1736 en in 1765. Vervolgens werd de molen in 1784 eigendom van burgemeester Harmanus van Assen en zijn vrouw Trijntje van Sinderen. Nadat er verschillende eigenaren waren, werd de molen rond 1864 verkocht aan de broers Heerke en Jacob Aebes Vellinga. De molen werd in 1881 verbouwd en vergroot door Albert Willems Banga en werd daarbij de grootste houtzaagmolen van Dokkum. Doordat het achtkant van oliemolen ‘De Reus’ uit Koog aan de Zaan gebruikt werd, kreeg de molen ook die nieuwe naam: ‘De Reus.’ In 1925 nam zoon Jan Alberts Banga de houthandel, waaronder de zaagmolen over. De oude zaagschuur bleef nog jaren staan tot er op deze plek in 1965 een huis gebouwd werd. Daarna is hier nog een loods bij aangelegd.

De onderdelen van de molen
‘Het Hert’ was een achtkantige stellingmolen met een zaagmolen als functie, welke na 1925 werd voorzien van zelfzwichting. Een zelfzwichter is een type windmolen met wieken voorzien van kantelbare kleppen die automatisch hun stand aanpassen aan de kracht van de wind. In 1932 werd ‘De Reus’ ontwiekt en werd de windaandrijving vervangen door een elektrische zagerij. De wieken en balken werden verkocht aan boeren die ze vaak gebruikten als dampalen en leggers. De bovenas en de handgesmede krukas gingen weg voor de oud ijzerprijs.

Het heden
Op de plek waar deze houtzaagmolen vroeger stond, staat nu een woonhuis. In de achtertuin van de woning en op de plek van de loods stond de molen met de bijgebouwen. De oprit tussen de twee huizen door bestond vroeger uit water, de zogenaamde houtkolk, waar de boomstammen in dreven. Dit hout werd toen gebruikt voor de bouw van schepen, boerderijen en huizen. Balken van de bijgebouwen zijn herbruikt bij het bouwen van het huis en de loods. In voormalig Dongeradeel waren in het verleden ongeveer honderd windmolens te vinden, waarvan er nu nog negen bestaan.

Het onderwerp van deze editie ‘Dokkum toen en nu’ werd ingestuurd door Ina Hoff, woonachtig op de voormalige plek van molen ‘Het Hert‘ / ‘De Reus’. Achtergrond informatie werd gegeven door molenkenner Warner B. Banga: hij beschrijft in zijn boek “Jim mutte komme: ut waait! over molens en molenaars in Dongeradeel. Het boek is momenteel in de aanbieding: http://www.historia-doccumensis.nl/publicaties/publicatie-7/