De historische binnenstad van Dokkum kent tal van bijzondere plekjes met een goed verhaal. Zowel binnen als buiten de binnenstad zijn de afgelopen jaren gebouwen gesloopt, opgeknapt of nieuwgebouwd. In-Dokkum.nl duikt in de rubriek ‘Dokkum toen en nu’ de geschiedenis in. Waarom heeft een straatnaam die naam gekregen? En wat stond er vroeger op de plek van wat er nu staat? In deze editie: De molen ‘Het Hert‘ en later ‘De Reus’ genoemd, die vroeger op de Altenastreek stond. Op deze plek staat inmiddels een woonhuis en bijbehorende loods. 

Van houtzaagmolen naar woning
De eerste houtzaagmolen op deze plek werd waarschijnlijk al vóór 1700 gebouwd. De houtzaagmolen is twee keer afgebrand en opnieuw gesticht, in 1736 en in 1765. Vervolgens werd de molen in 1784 eigendom van burgemeester Harmanus van Assen en zijn vrouw Trijntje van Sinderen. Nadat er verschillende eigenaren waren, werd de molen rond 1864 verkocht aan de broers Heerke en Jacob Aebes Vellinga. De molen werd in 1881 verbouwd en vergroot door Albert Willems Banga en werd daarbij de grootste houtzaagmolen van Dokkum. Doordat het achtkant van oliemolen ‘De Reus’ uit Koog aan de Zaan gebruikt werd, kreeg de molen ook die nieuwe naam: ‘De Reus.’ In 1925 nam zoon Jan Alberts Banga de houthandel, waaronder de zaagmolen over. De oude zaagschuur bleef nog jaren staan tot er op deze plek in 1965 een huis gebouwd werd. Daarna is hier nog een loods bij aangelegd.

De onderdelen van de molen
‘Het Hert’ was een achtkantige stellingmolen met een zaagmolen als functie, welke na 1925 werd voorzien van zelfzwichting. Een zelfzwichter is een type windmolen met wieken voorzien van kantelbare kleppen die automatisch hun stand aanpassen aan de kracht van de wind. In 1932 werd ‘De Reus’ ontwiekt en werd de windaandrijving vervangen door een elektrische zagerij. De wieken en balken werden verkocht aan boeren die ze vaak gebruikten als dampalen en leggers. De bovenas en de handgesmede krukas gingen weg voor de oud ijzerprijs.

Het heden
Op de plek waar deze houtzaagmolen vroeger stond, staat nu een woonhuis. In de achtertuin van de woning en op de plek van de loods stond de molen met de bijgebouwen. De oprit tussen de twee huizen door bestond vroeger uit water, de zogenaamde houtkolk, waar de boomstammen in dreven. Dit hout werd toen gebruikt voor de bouw van schepen, boerderijen en huizen. Balken van de bijgebouwen zijn herbruikt bij het bouwen van het huis en de loods. In voormalig Dongeradeel waren in het verleden ongeveer honderd windmolens te vinden, waarvan er nu nog negen bestaan.

Het onderwerp van deze editie ‘Dokkum toen en nu’ werd ingestuurd door Ina Hoff, woonachtig op de voormalige plek van molen ‘Het Hert‘ / ‘De Reus’. Achtergrond informatie werd gegeven door molenkenner Warner B. Banga: hij beschrijft in zijn boek “Jim mutte komme: ut waait! over molens en molenaars in Dongeradeel. Het boek is momenteel in de aanbieding: http://www.historia-doccumensis.nl/publicaties/publicatie-7/