Dokkum toen en nu: Reyner Bogermanstrjitte

De historische binnenstad van Dokkum kent tal van bijzondere plekjes met een goed verhaal. Zowel binnen als buiten de binnenstad zijn de afgelopen jaren gebouwen gesloopt, opgeknapt of nieuwgebouwd. In-Dokkum.nl duikt in de rubriek ‘Dokkum toen en nu’ de geschiedenis in. Waarom heeft een straatnaam die naam gekregen? En wat stond er vroeger op de plek van wat er nu staat? In deze editie: De Reyner Bogermanstrjitte, een straatnaam vernoemd naar rechtsgeleerde en historicus, Reyner Bogerman. 

Levensloop
Reyner Bogerman is in Dokkum geboren en komt vaak voor als Regnerus Doccumanus of Reyner (Reyneer, Reynier) van Dockum. Zijn vader was Jacob Bogerman, of hij een Fries was is niet bekend. Zijn moeder daarentegen was zeker een echte Friezin. Zij heette Doen Rynthiama, van haar had Reyner de Friese taal geleerd. Omstreeks 1498 werd Reyner Secretaris der stad Kampen. In 1500 verschijnt hij er als orgelist in het Memorieboek van de St. Cuneren Memorie of broederschap. In 1509 werd hij als organist uitgenodigd om een nieuw orgel in de Jacobskerk te keuren. Tot 1514 bleef Bogerman Secretaris. Hij schreef Latijnse verzen en tweemaal vertegenwoordigde hij mede Kampen als Hansestad. Waar hij van 1514 tot 1518 was, is onbekend. In 1518 treffen we hem aan als advocaat postulant voor den Hove van Holland in Den Haag. Hij was er opgenomen door president Nicolaus Everardi. Bogerman betoonde zich toen als rechtgelovig, strijdvaardig zoon der oude kerk. In 1521 werd hij Secretaris van Groningen, een plek waar hij veel kennissen had. Zijn moeder werd daar begraven. In 1535 ging hij als gezant nar Lüneburg. Ook de jaren tussen 1536 en 1540 zijn onbekend tot hij op 27 december 1540 opnieuw tot Secretaris van Kampen werd aangesteld. Dit deed hij tot 1 juli 1553, hij werd toen ontslagen. Uit armoede moest hij bij zijn kinderen gaan wonen en alles verkopen.

Rijmspreuken
Toen Bogerman in 1541/1542 alle stadsrechten, staturen en privilegen moest overschrijven, vond hij het zogenaamde privilegie van Karel de Grote, dat alle Friezen vrijverklaarde. Meer was er niet nodig om zijn Friese hart te doen ontgloeien. Hij vatte het plan op en bracht het voor oktober 1542 tot uitvoering om aan te tonen dat Friezen van ouds vrij en van edele afkomst waren. Tegenover hen die beweerden, dat zij van de Joden afstamden, wilde hij bewijzen, dat zij aan Trojanen, Grieken en Romeinen, de beroemdste volken der Oudheid, verwant waren. Dat alles moest blijken, zowel uit wat oude geschiedschrijvers omtrent den oorsprong der Friezen berichten, als uit de door hen gebruikte eigen- namen en de taal die zij spraken. Zo is het werk ontstaan, waaraan de volgende rijm- spreuken zijn ontleend. Het bestaat uit drie delen, handelend over den oorsprong, de eigennamen, en de spreektaal der Friezen. Dat Bogerman veel daarmede ophad blijkt reeds daaruit, dat hij in 1551 het geheel nieuw bewerkte.

Reyner Bogermanstrjitte
In de straat Reyner Bogermanstrjitte staan 11 woningen, waarvan 82% koopwoningen en 18% huurwoningen. Enkele huizen zijn gebouwd tussen 1946 en 1980, maar het overgrote deel stamt uit 2008 of later. Er wonen verschillende type huishoudens in deze straat, zowel éénpersoonshuishoudens als stellen en gezinnen.

Dokkum toen en nu: Joh. Hilaridesstrjitte

De historische binnenstad van Dokkum kent tal van bijzondere plekjes met een goed verhaal. Zowel binnen als buiten de binnenstad zijn de afgelopen jaren gebouwen gesloopt, opgeknapt of nieuwgebouwd. In-Dokkum.nl duikt in de rubriek ‘Dokkum toen en nu’ de geschiedenis in. Waarom heeft een straatnaam die naam gekregen? En wat stond er vroeger op de plek van wat er nu staat? In deze editie: De Joh. Hilaridesstrjitte, een straatnaam vernoemd naar de Friese predikant Johannes Hilarides. 

Over Johannes
De Friese predikant Johannes Hilarides is geboren in Leeuwarden op 14 mei 1649 en overleden in Bolsward in 1726. Hij wordt samen met Gysbert Japicx beschouwd als een belangrijke voorvechter van de Friese taal en als aanhanger van de taalpedagoog Jan Amos Komensky als vernieuwer van het taalonderwijs in de moedertaal. Johannes Hilarides wordt verbonden aan de uitgave van It aade Friesche Terp, of Kronyk der Geschiedenissen van de Vrye Friesen in 1677. Over zijn afkomst en vroege jeugd is niets bekend, maar W Eekhoff legt een verband met de scheepstimmerman van IJlst, Hijlke Benedictus, die zich na de dood van zijn vrouw met zijn drie oudste zoons in Leeuwarden vestigde. Dat betekent dat zijn doop op 14 mei 1649 in Leeuwarden is geweest. Johannes Hilarides werd op 24 mei 1668 in het register van de Academie van Franeker ingeschreven als afkomstig uit IJlst, hoewel hij later zijn afkomst uit Leeuwarden in plaats van IJlst blijft bevestigen.

Hindeloopen
Na zijn studie in Franeker wordt Johannes Hilarides leraar aan de Latijnse school van Hindelopen, totdat hij in 1671 zijn broer Nicolaus Hilarides als rector kan opvolgen. Mogelijk is deze broer de werkelijke schrijver van de Boeren Almananakken, de Hindelooper Zee-Almanak en It aade Friese Terp geweest en heeft Johannes zijn teksten na zijn dood in 1675 laten drukken. Zelf heeft Johannes meer belangstelling voor de taal van de Hindeloopers. In Hindeloopen is hij getrouwd en heeft hij een dochter Aeeltie gekregen in 1675.

Dokkum
Op 13 februari 1681 wordt Johannes Hilarides benoemd tot conrector aan de Latijnse school in Dokkum. Op 7 mei 1682 trouwt hij in Dokkum met Nieske Pijtters, samen krijgen ze zes kinderen. Naast zijn werkzaamheden als conrector vestigt Hilarides zich in 1694/1695 als uitgever, drukker en boekhandelaar in de Hoochstraat in Dokkum. Bovendien vertaalt hij de Fabels van Aesopus in de versie van Phaedrus. Zowel zijn boekhandel als zijn vertaalwerk zorgen voor ophef en zijn vertaling wordt gezien als broddelwerk. In 1694 ontstaat er een rel in  Dokkum over het uithangbord dat Johannes aan zijn boekhandel heeft. Op de ene kant is de Bijbel afgebeeld en op de andere kant het verderfelijk geachte lantirlu-kaartspel. Deze laatste kant moet hij afdekken en hij reageert op deze ophef door aan de tweede druk van de vertaling een hekeldicht toe te voegen: “Ujthangbord van Johannes Hilarides als Burger en Boekverkooper in de Hoofdstraat te Dokkum, alwaar het caartspel en ergernissen bejde ten toon staan.”

Bolsward
In 1699 wordt Johannes Hilarides weggepromoveerd tot rector van de Latijnse school in Bolsward, maar ook hier gaan de conflicten door. De toon wordt gezet in zijn inaugurele rede bij de ambtsaanvaarding van rector. Deze gaat over de door Johannes Hilarides in navolging van Jan Amos Komensky noodzakelijk geachte vernieuwing van het taalonderwijs. Zijn belangrijkste opponent wordt ds. Jacobus Steenwijk, die Johannes Hilarides in 1703 in een brief geeft van 600 misslagen in zijn vertalingen van Cornelius Nepos en Phaedrus. Wanneer Johannes in 1705 zijn Nieuwe Taalgronden en in 1708 zijn Naader Ontdekkingen van Nieuwe Taalgronden over het gebruik van geslachten, naamvallen en lidwoorden publiceert, levert hem dat de bijnaam “botterik van Friesland” op. De toenmalige reacties doen niet onder voor de ophef, die in onze dagen wordt gemaakt over hervorming van de spelling. Daarna wordt het stil rond Johannes Hilarides tot hij in 1726 overlijdt en zijn vrouw Nieske bij hun zoon Petrus in Joure intrekt.

Joh. Hilaridesstrjitte
In de straat staan weinig huizen, er zijn namelijk maar twee adressen gevestigd. De huizen zijn vrij recent gebouwd met beide als bouwjaar 1998. De huizen hebben een gemiddelde oppervlakte van 129 vierkante meter.

Gebruikte bronnen: Kadastrale Kaart & NL Wiki

Dokkum toen en nu: Sportcafé de Harmonie

De historische binnenstad van Dokkum kent tal van bijzondere plekjes met een goed verhaal. Zowel binnen als buiten de binnenstad zijn de afgelopen jaren gebouwen gesloopt, opgeknapt of nieuwgebouwd. In-Dokkum.nl duikt in de rubriek ‘Dokkum toen en nu’ de geschiedenis in. Waarom heeft een straatnaam die naam gekregen? En wat stond er vroeger op de plek van wat er nu staat? In deze editie: Sportcafé de Harmonie, dat vroeger in gebruik was als bioscoop van Dokkum. 

Filmgeschiedenis Dokkum
De filmgeschiedenis van Dokkum gaat terug naar het jaar 1928. Toen werden de eerste filmvoorstellingen gegeven door Hermann Wilhelm Buntenbach, een zoon uit de beroemde familie van Carl Welte. Carl Welte was met zijn “Grand Cinematograph” één van de eerste filmpioniers in Nederland. De “Buntenbach Bioscoop” heeft het niet lang volgehouden, in 1931 werden de voorstellingen weer gestopt. Van 1942 tot 1953 werden er in Dokkum opnieuw filmvoorstellingen gegeven door de rondreizende bioscoop van Cinema Hollandia van J.J. Abeln Sr. Cinema Hollandia gaf in vele plaatsen in het noorden filmvoorstellingen waar geen vaste bioscoop gevestigd was. Dit gebeurde vaak in plaatselijke feestzalen van café’s of dorpshuizen. In Dokkum was dit in de zaal van het “Noorderkwartier”. De voorstellingen werden niet regulier gehouden, soms zat er maanden tussen.

Harmonie theater
In 1953 konden de filmliefhebbers van Dokkum wekelijks naar de bioscoop. In dat jaar kreeg Dokkum namelijk zijn vaste bioscoop aan de Legeweg 31/33: het Harmonie theater. De bioscoop werd tot de verbouwing in 1994 gerund door de familie Oosten. Met zijn ruim 400 zitplaatsen kende de bioscoop in het begin goede jaren. Pas toen de televisie gemeengoed werd en dit vanuit de huiskamer werd bekeken, werd het moeilijk om de bioscoop staande te houden. Toch heeft het nog tot 1994 geduurd voordat de familie Oosten ermee stopte en het theater verkocht. De nieuwe exploitant verbouwde de oude bioscoopzaal tot twee kleinere zalen.

Sportcafé
Begin 2016 heeft de voormalige bioscoop een opknapbeurt gekregen. Dat was toen sinds kort eigendom van Dokkumer ondernemers. Er zijn toen vier huurappartementen gerealiseerd. Een projectontwikkelaar had eerder plannen om in het pand 12 koopappartementen te realiseren, maar dat plan kwam nooit van de grond. In 2016 is de Harmonie weer tot leven gekomen, na tien jaar leeg te hebben staan, met het openen van Sportcafé de Harmonie door Jacob Visser.

Gebruikte bronnen: Bioscoop geschiedenis

 

 

 

 

Dokkum toen en nu: Altenastreek

De historische binnenstad van Dokkum kent tal van bijzondere plekjes met een goed verhaal. Zowel binnen als buiten de binnenstad zijn de afgelopen jaren gebouwen gesloopt, opgeknapt of nieuwgebouwd. In-Dokkum.nl duikt in de rubriek ‘Dokkum toen en nu’ de geschiedenis in. Waarom heeft een straatnaam die naam gekregen? En wat stond er vroeger op de plek van wat er nu staat? In deze editie: De Altenastreek, een straatnaam vernoemd naar Herberg De Altena. 

Herberg De Altena
Op bovenstaande foto is het tweede huis vanaf rechts “Herberg De Altena – A. Steensma”, zoals op de daklijs te lezen is. Op deze plaats heeft eeuwenlang een herberg gestaan waarvan de naam misschien te maken heeft met volkshumor: de herberg stond al-te-na aan de stadspoort. Het is ook mogelijk dat de naam verwijst naar de Holtena(porte), een houten stadspoort, en later is overgegaan op het aangrenzende land. Altena is een meer voorkomende naam voor herbergen. De kastelein van De Altena moest ook de sluisjes bedienen, dus de schepen schutten. Die toestand is in 1876 veranderd toen het kanaal naar de Westerisse gegraven werd, de aangrenzende straat. In de eerste helft van de 19e eeuw was De Altena een bekende stalling voor de paarden van de boeren uit Westdongeradeel die de stad bezochten. Laat in dezelfde eeuw heeft de toenmalige kastelein de opkamer afgebroken, maar Steensma heeft in 1915 nog eens een uitbouw laten aanbrengen om de tapkamer te vergroten. Sinds 7 mei 1938 is De Altena geen herberg meer. Een laatste aandenken aan deze aloude en bekende herberg is verankerd in de straatnaam Altenastreek.

Altenastreek
Op de Altenastreek staan 69 woningen waarvan 51% koopwoningen en 49% huurwoningen. Het eerste deel is vooral gebouwd in de jaren 20/30. Een ander groot deel is gebouwd tussen het jaar 1981 en 2007. De woningen bestaan voornamelijk uit ééngezinswoningen

Gebruikte bronnen: Historische Vereniging Noordoost Friesland & Huizendata 

Dokkum toen en nu: Epo Sjuck fan Burmaniastrjitte

De historische binnenstad van Dokkum kent tal van bijzondere plekjes met een goed verhaal. Zowel binnen als buiten de binnenstad zijn de afgelopen jaren gebouwen gesloopt, opgeknapt of nieuwgebouwd. In-Dokkum.nl duikt in de rubriek ‘Dokkum toen en nu’ de geschiedenis in. Waarom heeft een straatnaam die naam gekregen? En wat stond er vroeger op de plek van wat er nu staat? In deze editie: Epo Sjuck fan Burmaniastrjitte, een straatnaam vernoemd naar de Friese regent Epo Sjuck fan Burmania. 

Regent, ontvanger-generaal en burgemeester
Epo Sjuck fan Burmania is geboren op Martena-state in Kornjum op 31 oktober 1689, zoon van Tjaard van Burmania en Remia van Douma. Hij overleed in Leeuwarden, op 1 februari 1775. Hij was een Friese regent en studeerde rechten aan de Universiteit van Franeker. Ook was hij ontvanger-generaal en burgemeester van Dokkum (1738 tot 1768) en lid van de Gedeputeerde Staten, een bestuursorgaan in de twaalf provincies van Nederland. Fan Burmania was een aanhanger van prins Willem IV. De brieven van Fan Burmania aan de Oranjes werd bewaren in het Koninklijk Huisarchief. Epo Sjuck was naast magistraat met veel invloed ook een kunstliefhebber. Hij is tweemaal getrouwd, eerst met Christine van Glinstra, daarna met Romelia Maria van Haersma. Een goede vriend van Epo Sjuck was Wybrand fan Itsma. Ook hij studeerde rechten aan de Universiteit van Franeker. Hij was burgemeester van Harlingen van 1747 tot 1759. Samen met Burmania was hij aanhanger van prins Willem IV.

Epo Sjuck fan Burmaniastrjitte
In de straat Epo Sjuck fan Burmaniastrjitte staan weinig huizen. Er zijn 9 adressen gevestigd en de huizen zijn over het algemeen vrij recent gebouwd. Het gemiddelde bouwjaar is 1998 en het jongste huis in de straat is gebouwd in 2004. De oudste woning is 69 jaar oud en heeft als bouwjaar 1952.De huizen hebben een gemiddelde oppervlakte van 130 vierkante meter.

Gebruikte bronnen: Wikipedia, Kadastrale Kaart

Dokkum toen en nu: Titus Brandsmastrjitte

De historische binnenstad van Dokkum kent tal van bijzondere plekjes met een goed verhaal. Zowel binnen als buiten de binnenstad zijn de afgelopen jaren gebouwen gesloopt, opgeknapt of nieuwgebouwd. In-Dokkum.nl duikt in de rubriek ‘Dokkum toen en nu’ de geschiedenis in. Waarom heeft een straatnaam die naam gekregen? En wat stond er vroeger op de plek van wat er nu staat? In deze editie: De Titus Brandsmastrjitte, een straatnaam vernoemd naar de pater Titus Brandsma. 

Anno Sjoerd Brandsma
Titus Brandsma werd in 1881 geboren in Oegeklooster vlakbij Bolsward. Hij werd geboren onder de naam Anno Sjoerd Brandsma. Op 11-jarige leeftijd vertrok hij naar een middelbare school in Brabant. Hij voelde zich aangetrokken tot de orde der Carmelieten en trad daar in 1885 in. Hij nam daar zijn vaders naam “Titus” (de leerling van St. Paulus) aan en studeerde filosofie en theologie. In Rome behaalde hij de doctorsgraad in de filosofie en vervolgens werd hij tot hoogleraar benoemd aan het toenmalige grootseminarie van de paters Carmelieten te Oss. In 1923 volgde zijn benoeming tot professor in de geschiedenis van de wijsbegeerte aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. Ondanks een zwakke gezondheid was hij op vele fronten van het geestelijk en maatschappelijke leven actief. Zo deed hij onder ander zeer veel voor de bevordering van de Friese cultuur en voor de katholieke journalistiek en het onderwijs.

Protest
Toen in 1941 de kranten verplicht werden advertenties van de N.S.B. op te nemen, schreef Titus Brandsma daar, in opdracht van aartsbisschop Mgr. dr. J. de Jong,  een protest tegen. Hij riep de kranten, die zich katholiek wilden blijven noemen, op om de N.S.B. in hun krant te weigeren. Het directe gevolg was zijn arrestatie op 19 januari 1942 en gevangenzetting in Scheveningen. Na enkele overplaatsingen kwam hij uiteindelijk terecht in het concentratiekamp in Dachau waar een kamparts de door martelingen verzwakte pate Titus op 26juli met een spuitje afmaakte.

Eerbetoon
In Dokkum was Titus Brandsma vooral voor Bonifatius’ nagedachtenis actief. Nadat hij in 1924 had deelgenomen aan de eerste pelgrimage naar Dokkum van Friese priesters, hoorde hij tot de oprichters in 1925 van de Broederschap van de H.H. Bonifalius en Gezellen. Deze beijverde zich met succes voor de bevordering van de bedevaart en de totstandkoming van het Bonifalius-heiligdom. Bij dat alles speelde Titus Brandsma een belangrijke rol. Het was pater Titus die in 1936 contact opnam met kunstenaar Jacq. Maris om te komen tot het plaatsen van 14 kruisweg-staties in het processiepark; de laatste statie werd in 1949 geplaatst. Het beeld, van Natasja Bennink, moet gezien worden als een eerbetoon aan de bemoeienis en het enthousiasme van Titus Brandsma met de Dokkumer bedevaarten en de bouw van deze kapel. Dit werk is weliswaar een beeld van Titus Brandsma, maar tegelijk een geestelijk portret van een mens die direct verwijst naar zijn God. De armen uitgestrekt om de medemens te helpen, de ogen als van een man van Smarten.

Titus Brandsmastrjitte
In de straat staan 41 adressen geregistreerd en hebben als gemiddelde bouwjaar 1964, relatief oud dus. Er zijn al een tijdje geen woningen bijgekomen in deze straat. De jongste woning komt uit het jaar 1967 en de oudste uit het jaar 1963. De gemiddelde oppervlakte van de huizen is 90 vierkante meter.

Gebruikte bronnen: Bonifatiuskapel, Kadastrale Kaart, Wikipedia, Wanda Wandelt.