Stichting Het Dokkumer Stadsfonds

Bij verenigingen en stichtingen zijn achter de schermen vaak vele vrijwilligers actief betrokken. In-Dokkum gaat in deze nieuwe rubriek op zoek naar achtergrondverhalen van verenigingen én de mensen die actief zijn binnen die vereniging. Soms als drijvende kracht, soms als helpende hand. Deze week een gesprek met Carla Eikhout, voorzitter van Stichting Het Dokkumer Stadsfonds. 

Oprichting
Stichting Het Dokkumer Stadsfonds is op 17 augustus 1964 opgericht door burgemeester Sybren van Tuinen. Aanleiding hiertoe was het opheffen van het Dokkumer Weeshuis. “Vanaf aanvang beheerde de gemeente Dongeradeel de gelden die verbonden waren aan deze Stichting. Echter, op 20 mei 2015 is besloten deze gelden over te dragen aan het bestuur van deze Stichting. Dit bestuur bestaat uit vijf burgerleden uit de stad Dokkum”, vertelt Carla Eikhout. De Stichting is ook beheerder van het Sjoukjesfonds. Dit fonds is ontstaan uit een legaat dat het bestuur van het voormalig Weeshuis in 1952 heeft ontvangen. De opbrengst van dit legaat wordt jaarlijks geschonken aan de Voedselbank Dokkum.

Ondersteunen van activiteiten
“De Stichting zet het rendement van ons vermogen in voor het ondersteunen van activiteiten. De aanvragen die ten doel hebben, de Dokkumer belangen ondersteunen”, legt Carla uit. Voorbeelden van toegekende projecten sinds 2016 zijn: Shanty-festival, kerstconcert, lichtkerstwensboom, Tulpenstad Dokkum, verlichting rondom het Kleindiep, Stichting Altijd Doen,  diverse concerten, Muziektheater “Titus”, Concours Hippique, renovatie Dokkumer Stadsorgel, Dokkum Magazine, diverse informatie boekjes door Historia Doccumensis. Skûtsje de Noarderling. Ook zijn er diverse leningen vertrekt aan onder andere: De Koninklijke IJsclub Dockum voor de bouw van het nieuwe clubgebouw, Drumband Dokkum, Stichting Scouting de Granaet, Vereniging Turn-en gymsport Dokkum, CSV Be Quick Dokkum en Stichting Dokkum open air. “Helaas worden ook wij geconfronteerd met het gemis aan renteopbrengsten op ons spaargeld. Gelukkig is er wel een redelijk rendement op onze effecten”, voegt Carla toe.

Het bestuur en corona
Het bestuur bestaat, zoals eerder genoegd, uit vijf leden; Carla Eikhout, Lolke Folkertsma (penningmeester), Tineke van Wieren (secretaris), Jacob Woudstra (notulist) en Rennie Veenstra (algemeen lid). “Ik zelf ben sinds 2021 voorzitter van de stichting”, benoemd Carla. “De coronatijden waren erg rustig, want er werden weinig activiteiten ontwikkeld door de vele lockdowns, waardoor de aanvragen dus achter bleven. Zoals aangegeven verstrekt onze stichting, naast éénmalige subsidies ook mogelijkheden om een lening tegen 0% rente te verstrekken. In een persoonlijk gesprek met een afvaardiging van ons bestuur kan dat besproken worden”, wil Carla nog toevoegen.

Voor het steunen van de stichting of een het aanvragen van een bijdrage kunt u terecht op de website.

Dokkum toen en nu: Reyner Bogermanstrjitte

De historische binnenstad van Dokkum kent tal van bijzondere plekjes met een goed verhaal. Zowel binnen als buiten de binnenstad zijn de afgelopen jaren gebouwen gesloopt, opgeknapt of nieuwgebouwd. In-Dokkum.nl duikt in de rubriek ‘Dokkum toen en nu’ de geschiedenis in. Waarom heeft een straatnaam die naam gekregen? En wat stond er vroeger op de plek van wat er nu staat? In deze editie: De Reyner Bogermanstrjitte, een straatnaam vernoemd naar rechtsgeleerde en historicus, Reyner Bogerman. 

Levensloop
Reyner Bogerman is in Dokkum geboren en komt vaak voor als Regnerus Doccumanus of Reyner (Reyneer, Reynier) van Dockum. Zijn vader was Jacob Bogerman, of hij een Fries was is niet bekend. Zijn moeder daarentegen was zeker een echte Friezin. Zij heette Doen Rynthiama, van haar had Reyner de Friese taal geleerd. Omstreeks 1498 werd Reyner Secretaris der stad Kampen. In 1500 verschijnt hij er als orgelist in het Memorieboek van de St. Cuneren Memorie of broederschap. In 1509 werd hij als organist uitgenodigd om een nieuw orgel in de Jacobskerk te keuren. Tot 1514 bleef Bogerman Secretaris. Hij schreef Latijnse verzen en tweemaal vertegenwoordigde hij mede Kampen als Hansestad. Waar hij van 1514 tot 1518 was, is onbekend. In 1518 treffen we hem aan als advocaat postulant voor den Hove van Holland in Den Haag. Hij was er opgenomen door president Nicolaus Everardi. Bogerman betoonde zich toen als rechtgelovig, strijdvaardig zoon der oude kerk. In 1521 werd hij Secretaris van Groningen, een plek waar hij veel kennissen had. Zijn moeder werd daar begraven. In 1535 ging hij als gezant nar Lüneburg. Ook de jaren tussen 1536 en 1540 zijn onbekend tot hij op 27 december 1540 opnieuw tot Secretaris van Kampen werd aangesteld. Dit deed hij tot 1 juli 1553, hij werd toen ontslagen. Uit armoede moest hij bij zijn kinderen gaan wonen en alles verkopen.

Rijmspreuken
Toen Bogerman in 1541/1542 alle stadsrechten, staturen en privilegen moest overschrijven, vond hij het zogenaamde privilegie van Karel de Grote, dat alle Friezen vrijverklaarde. Meer was er niet nodig om zijn Friese hart te doen ontgloeien. Hij vatte het plan op en bracht het voor oktober 1542 tot uitvoering om aan te tonen dat Friezen van ouds vrij en van edele afkomst waren. Tegenover hen die beweerden, dat zij van de Joden afstamden, wilde hij bewijzen, dat zij aan Trojanen, Grieken en Romeinen, de beroemdste volken der Oudheid, verwant waren. Dat alles moest blijken, zowel uit wat oude geschiedschrijvers omtrent den oorsprong der Friezen berichten, als uit de door hen gebruikte eigen- namen en de taal die zij spraken. Zo is het werk ontstaan, waaraan de volgende rijm- spreuken zijn ontleend. Het bestaat uit drie delen, handelend over den oorsprong, de eigennamen, en de spreektaal der Friezen. Dat Bogerman veel daarmede ophad blijkt reeds daaruit, dat hij in 1551 het geheel nieuw bewerkte.

Reyner Bogermanstrjitte
In de straat Reyner Bogermanstrjitte staan 11 woningen, waarvan 82% koopwoningen en 18% huurwoningen. Enkele huizen zijn gebouwd tussen 1946 en 1980, maar het overgrote deel stamt uit 2008 of later. Er wonen verschillende type huishoudens in deze straat, zowel éénpersoonshuishoudens als stellen en gezinnen.

Dokkumer Vragenuurtje: Matsje Bijma

In het Dokkumer vragenuurtje ‘ondervragen’ we regelmatig een bekende of minder bekende Dokkumer het hemd van het lijf. In deze editie: Matsje Bijma.

Wie ben je en wat doe je?
Ik ben Matsje Hannema Bijma en we hebben een Melkveebedrijf in Hantum.

Wat heb je met Dokkum?
Ik heb nooit in Dokkum gewoond maar kom er van jongs af aan wel wekelijks. Voor de boodschappen, kleding shoppen, om te werken en vroeger met vriendinnen opstap. Tegenwoordig gaan we in plaats van opstap, lekker naar een restaurant in de stad.

Het mooiste plekje van Dokkum is?
De Korenmolens op de Bolwerken.

Welk plekje in Dokkum moet direct worden aangepakt om de stad mooier te maken?
Ik kan zo niet iets bedenken wat aangepakt kan worden.

Maak de volgende zinnen af:

Parkeren in Dokkum is… makkelijk.

Dokkum is over tien jaar… groter.

De nieuwe markt is… niet mijn smaak.

En dan de persoonlijke vragen, speciaal voor jou:

Hoe gaat het met je?
Het gaat heel goed met mij.

Hoe is jullie bedrijf (stal Kinnema) ontstaan?
Stal Kinnema is een hobbymatige Tinkerfokkerij die ontstaan is na mijn eerst gekochte Tinkerhengst. Ik was werkzaam op een pension stal, ik gaf daar paardrijles en was stalhulp en daar werd hij geboren. Na een half jaar moest hij met z’n moeder naar de keuring in Houten, daar liepen wel 50 van deze mooie paarden. Rudolph, dit was zijn naam, werd daar kampioen van de veulens in zijn rubriek. Op dat moment was de liefde voor dit ras begonnen en heb ik hem gekocht van de fokker. 3 Jaar later werd Rudolph Goed Gekeurd als de dekhengst voor het Nederlands Tinker Stamboek. Een paar jaar later hebben we San Cler Jimmy’s Gold erbij gekocht vanuit Engeland. Die is ook GGK. We hebben nu 12 paarden voor de Fokkerij staan. Regelmatig hebben we zelf veulens waar ook wel wat van wordt verkocht, naar binnen- en buitenland. Rudolph hebben we in 2021 helaas in moeten slapen.

Wat zijn je werkzaamheden binnen het bedrijf?
De werkzaamheden bestaan uit stallen schoonmaken, voeren van paarde en trainen van de hengsten en de jonge paarden voor de keuring. Zomers is het dekseizoen, dan komen er merries van derden waar we op passen tot dat ze drachtig zijn van onze hengst. Naast de paarden heb ik ook nog de zorg voor de kalveren.

Wat vind je het leukste aan je werk?
Het leukste aan mijn werk is dat ik altijd buiten ben en niet het gevoel heb dat het werk is. In het voorjaar de veulens geboren zien worden is altijd weer een bijzondere gebeurtenis. En het trainen met de paarden, dat verveelt nooit!

Waar komt je liefde voor paarden vandaan?
Dat zat er van jongs af aan al in, ik kom uit een familie waar veel paarden liefhebbers zitten. Ik was vroeger vaak mee naar concoursen waar mijn oom en tante mee reden met hun Friese merrie voor de sjees. Later heb ik m’n opleiding basisinstructrice via het Orun gedaan en al mijn certificaten paardenhouderij behaald via mijn opleiding Veehouderij handel op het Van Hal instituut.

Hoe zie je de toekomst voor je?
Ik zit nog vol met ideeën wat betreft de paarden. De workshops paardengevoel zullen weer van start gaan. Daar kun je binnenkort meer over lezen op Facebook. Dit zijn workshops waar je leert om met een paard samen te werken, je leert een beetje de paardentaal. Dit is voor jong en oud, maar ook zeker voor mensen met angst voor paarden. Ik hoop dat ik van mijn hobby een bedrijfje kan maken .

Heb je nog bepaalde doelen de je wil bereiken?
Ja, ik wil graag meteen met de Friese merrie de dressuur ring in.

Wat doe je graag in je vrije tijd?
Lange buitenritten maken samen met mijn dochter.

Waar word je gelukkig van?
Ik word gelukkig van de kleine dingen en dan vooral in de natuur. Een mooie vogel, een bloem, de bomen, er is zoveel moois om ons heen. Als je maar even de tijd neemt om om je heen te kijken.

Keuzevragen:
Nieuws uit de krant of online? Online.

In de auto of op de fiets? Beide.

Online shoppen of de stad in? De stad in.

Om af te sluiten:
Heb je suggesties voor mensen die je in het Dokkumer vragenuurtje wilt zien?
Cornelis Jan Cuperus van de Fugelpits winkel.

Bovenstaande foto gemaakt door Ej’s Art Photo’s. 

Stichting Skûtsje de Noarderling

Bij verenigingen en stichtingen zijn achter de schermen vaak vele vrijwilligers actief betrokken. In-Dokkum gaat in deze nieuwe rubriek op zoek naar achtergrondverhalen van verenigingen én de mensen die actief zijn binnen die vereniging. Soms als drijvende kracht, soms als helpende hand. Deze week een gesprek met Louwrens Hacquebord, bestuurslid bij Stichting Skûtsje de Noarderling. 

Over de stichting
“Stichting De Noarderling is vijf jaar geleden, op 12 december 2016, opgericht. Het doel van de stichting is het behoud en het in de vaart houden van skûtsje de Noarderling. Dat skûtsje werd in 1907 in Dokkum gebouwd, op de plek waar nu parkeerterrein De Helling is. Op de hoek van de stadsgracht en de Dokkumer Ee lag destijds de scheepswerf van Gerrit Barkmeijer. Na allerlei omzwervingen is het skûtsje in 2016 door een groep enthousiastelingen naar Dokkum terug gehaald. Het lag te koop in Stavoren en kon met steun van de gemeente Dongeradeel en een aantal Dokkumer bedrijven worden aangekocht”, legt Louwrens Hacquebord uit.

Doelen en waarden
“Wij doen van alles bij de stichting. We zorgen ervoor dat het schip in goede conditie blijft door zelf en met vrijwilligers onderhoud te plegen. Indien nodig schakelen we gespecialiseerde bedrijven in. Om het onderhoud, maar bijvoorbeeld ook de verzekeringspremie, te kunnen betalen werven we sponsoren, vrienden en donateurs. Daarnaast kunnen mensen het schip, met bemanning, huren om er een dag of middag op te zeilen. Ook proberen we steeds meer informatie en verhalen boven water te krijgen over skûtsjes in het algemeen en de Noarderling in het bijzonder. En over de geschiedenis van het vervoer over water in onze regio”, vertelt Louwrens. “De Noarderling is een prachtig stukje varend erfgoed dat in Dokkum gebouwd is. Wij vinden het belangrijk dat het schip behouden blijft voor de regio, daar ook zichtbaar is, én wordt gebruikt. Daarnaast vinden wij het van belang dat de rijke en interessante geschiedenis die aan het skûtsje verbonden is voor iedereen toegankelijk is, en verder verrijkt wordt met ‘nijsgjirriche’ informatie en mooie verhalen”, benadrukt Louwrens.

Ondersteuning en werktaken
“Mensen kunnen ons steunen door donateur te worden voor € 20 per jaar. Op www.dokkumerskutsje.nl hebben we een digitaal aanmeldformulier. Daar is ook informatie te vinden over andere vormen van sponsoring. Daarnaast kunnen mensen ons steunen als vrijwilliger. Er is van alles te doen: meehelpen bij kleine en grotere onderhoudsklussen en andere ‘voorkomende werkzaamheden’, meezeilen als bemanning, historisch onderzoek, fondsenwerving, enzovoort, enzovoort”, vertelt Louwrens Hacquebord. Over zijn eigen taken binnen de stichting vertelt Louwrens: “Specifiek houd ik me bezig met de PR en communicatie: onderhoud van onze website, beheer van onze Facebook-pagina, nieuwsbrieven maken, persberichten schrijven, opduikelen van verhalen en wetenswaardigheden, etc. Daarnaast doe ik het regelwerk en de communicatie voor de vaar- en zeiltochten met gasten, ga ik regelmatig mee als bemanning en ben ik ‘medewerker onderhoud en andere klussen’.”

Corona en de toekomst
“Net als voor iedereeen: raar. Ik weet het ‘officiële’ begin nog goed. Op 12 maart 2020 werden de eerste corona-maatregelen afgekondigd. Wij hadden die dag onze jaarlijkse donateursavond. Normaal gesproken is dat zo’n beetje de start van het nieuwe skûtsje-seizoen. Dit keer was het ook direct het einde: De Noarderling heeft dat hele jaar werkloos aan de kade gelegen. Doordat we niet konden zeilen met gasten, misten we een deel van onze normale inkomsten. Onze verzekeraar was bereid om de premie tijdelijk te verlagen en daardoor konden we het, dankzij onze sponsoren, vrienden en donateurs, toch rooien. Het afgelopen zeilseizoen konden we gelukkig wel weer varen met gasten. We zijn dan ook meerdere keren het Lauwersmeer op geweest om mensen een mooie zeilmiddag te bezorgen”, vertelt Louwrens enthousiast. Een idee dat al langer leeft maar door corona tot nu toe niet kon worden gerealiseerd, is een lesprogramma over skûtsjes voor basisscholen in de gemeente, inclusief een bezoek aan De Noarderling. De voorbereidingen hiervoor zijn al gestart in 2019. We hopen dat het komend jaar eindelijk kan worden uitgevoerd. Dokkum/Noardeast Fryslân is één van de vijf locaties in de provincie waar het project moet gaan ‘draaien’. Trekker van het project is Museumfederatie Fryslân. Samen met Musea Noardeast Fryslân en skûtsje Eben Haëzer, het Dokkumer wedstrijdskûtsje, zorgen wij in onze regio voor de ‘lokale component'”, aldus Louwrens Hacquebord van Stichting Skûtsje de Noardeling.

Dokkum toen en nu: Joh. Hilaridesstrjitte

De historische binnenstad van Dokkum kent tal van bijzondere plekjes met een goed verhaal. Zowel binnen als buiten de binnenstad zijn de afgelopen jaren gebouwen gesloopt, opgeknapt of nieuwgebouwd. In-Dokkum.nl duikt in de rubriek ‘Dokkum toen en nu’ de geschiedenis in. Waarom heeft een straatnaam die naam gekregen? En wat stond er vroeger op de plek van wat er nu staat? In deze editie: De Joh. Hilaridesstrjitte, een straatnaam vernoemd naar de Friese predikant Johannes Hilarides. 

Over Johannes
De Friese predikant Johannes Hilarides is geboren in Leeuwarden op 14 mei 1649 en overleden in Bolsward in 1726. Hij wordt samen met Gysbert Japicx beschouwd als een belangrijke voorvechter van de Friese taal en als aanhanger van de taalpedagoog Jan Amos Komensky als vernieuwer van het taalonderwijs in de moedertaal. Johannes Hilarides wordt verbonden aan de uitgave van It aade Friesche Terp, of Kronyk der Geschiedenissen van de Vrye Friesen in 1677. Over zijn afkomst en vroege jeugd is niets bekend, maar W Eekhoff legt een verband met de scheepstimmerman van IJlst, Hijlke Benedictus, die zich na de dood van zijn vrouw met zijn drie oudste zoons in Leeuwarden vestigde. Dat betekent dat zijn doop op 14 mei 1649 in Leeuwarden is geweest. Johannes Hilarides werd op 24 mei 1668 in het register van de Academie van Franeker ingeschreven als afkomstig uit IJlst, hoewel hij later zijn afkomst uit Leeuwarden in plaats van IJlst blijft bevestigen.

Hindeloopen
Na zijn studie in Franeker wordt Johannes Hilarides leraar aan de Latijnse school van Hindelopen, totdat hij in 1671 zijn broer Nicolaus Hilarides als rector kan opvolgen. Mogelijk is deze broer de werkelijke schrijver van de Boeren Almananakken, de Hindelooper Zee-Almanak en It aade Friese Terp geweest en heeft Johannes zijn teksten na zijn dood in 1675 laten drukken. Zelf heeft Johannes meer belangstelling voor de taal van de Hindeloopers. In Hindeloopen is hij getrouwd en heeft hij een dochter Aeeltie gekregen in 1675.

Dokkum
Op 13 februari 1681 wordt Johannes Hilarides benoemd tot conrector aan de Latijnse school in Dokkum. Op 7 mei 1682 trouwt hij in Dokkum met Nieske Pijtters, samen krijgen ze zes kinderen. Naast zijn werkzaamheden als conrector vestigt Hilarides zich in 1694/1695 als uitgever, drukker en boekhandelaar in de Hoochstraat in Dokkum. Bovendien vertaalt hij de Fabels van Aesopus in de versie van Phaedrus. Zowel zijn boekhandel als zijn vertaalwerk zorgen voor ophef en zijn vertaling wordt gezien als broddelwerk. In 1694 ontstaat er een rel in  Dokkum over het uithangbord dat Johannes aan zijn boekhandel heeft. Op de ene kant is de Bijbel afgebeeld en op de andere kant het verderfelijk geachte lantirlu-kaartspel. Deze laatste kant moet hij afdekken en hij reageert op deze ophef door aan de tweede druk van de vertaling een hekeldicht toe te voegen: “Ujthangbord van Johannes Hilarides als Burger en Boekverkooper in de Hoofdstraat te Dokkum, alwaar het caartspel en ergernissen bejde ten toon staan.”

Bolsward
In 1699 wordt Johannes Hilarides weggepromoveerd tot rector van de Latijnse school in Bolsward, maar ook hier gaan de conflicten door. De toon wordt gezet in zijn inaugurele rede bij de ambtsaanvaarding van rector. Deze gaat over de door Johannes Hilarides in navolging van Jan Amos Komensky noodzakelijk geachte vernieuwing van het taalonderwijs. Zijn belangrijkste opponent wordt ds. Jacobus Steenwijk, die Johannes Hilarides in 1703 in een brief geeft van 600 misslagen in zijn vertalingen van Cornelius Nepos en Phaedrus. Wanneer Johannes in 1705 zijn Nieuwe Taalgronden en in 1708 zijn Naader Ontdekkingen van Nieuwe Taalgronden over het gebruik van geslachten, naamvallen en lidwoorden publiceert, levert hem dat de bijnaam “botterik van Friesland” op. De toenmalige reacties doen niet onder voor de ophef, die in onze dagen wordt gemaakt over hervorming van de spelling. Daarna wordt het stil rond Johannes Hilarides tot hij in 1726 overlijdt en zijn vrouw Nieske bij hun zoon Petrus in Joure intrekt.

Joh. Hilaridesstrjitte
In de straat staan weinig huizen, er zijn namelijk maar twee adressen gevestigd. De huizen zijn vrij recent gebouwd met beide als bouwjaar 1998. De huizen hebben een gemiddelde oppervlakte van 129 vierkante meter.

Gebruikte bronnen: Kadastrale Kaart & NL Wiki