Rondvaartboten vaker in Dokkum


Dokkum krijgt vaker bezoek van rondvaartboten. De afgelopen tijd was al duidelijk zichtbaar dat naast de vertrouwde Silverwind ook salonboot De Gaasterland en de rondvaartboten van rondvaardij Princenhof uit Eernewoude regelmatig in Dokkum te gast zijn. Vrijdagmorgen lag ook de MPS Zwaantje in Dokkum. Een uniek passagiersschip eigendom van Marlies & Hilfred Feenstra. Het stel verzorgt in het seizoen veel fietscruises. De unieke combinatie van fietsen en varen is in trek en MPS Zwaantje zal vaker in de stad te zien zijn. De Voorstreek is voor het schip een ideale locatie vanwege de lange kade.

Iedere dinsdag in juli, augustus en september is het mogelijk om met Salonboot van Leeuwarden naar Dokkum varen. Het is in 2014 voor het eerst dat de trip van Leeuwarden naar Dokkum wordt georganiseerd. De gasten hebben twee uren de tijd om te winkelen of te wandelen over het prachtige Bolwerk. Om 10.00 uur vertrekt de boot uit Leeuwarden en omstreeks 13.00 wordt er afgemeerd in Dokkum. Vlakbij de Woudpoortbrug wordt afgemeerd en dat heeft voor de Dokkumers in ieder geval 1 voordeel. Die brug hoeft voor de rondvaartboot in ieder geval niet open. Om 15.15 vertrekt het schip weer uit Dokkum en is om 18.15 weer terug in Leeuwarden.

Ruim 115.000 passagiers stappen jaarlijks op een rondvaartboot in Fryslân. Dat kan vanaf 14 verschillende aanlegplaatsen. De rondvaartondernemers betoogden in 2012 nog dat ze meer aanlegplekken wilden hebben. De voorkeur ging toen uit naar ligplaatsen in Lemmer, Dokkum, Joure en Drachten. In Dokkum lijken de zaken met de komst van meer rondvaartboten in ieder geval al prima voor elkaar.  In 2012 stapten ongeveer 1000 mensen van boord in Dokkum.

Dokkum zoekt verkoeling bij het water


Veel Dokkumers zochten vrijdag – net als aanwezige toeristen – lekker de verkoeling op. De een zocht de zon of schaduw op in eigen tuin, de ander deed dat door een duik in de grachten te nemen. Voor de mensen die vrij waren en niet op vakantie, waren er volop mogelijkheden om met de warmte om te gaan. Een dag voor de bouwvak waren ook veel mensen nog aan het werk. Voor de winkeliers in de binnenstad was het erg rustig. Het tempo lag voor iedereen flink wat lager en het boodschappen werd dan ook even uitgesteld.

Op vrijdag werd 25,9 graden door Weerstation Dokkum als de hoogste temperatuur gemeten. Zaterdag wordt het nog een stuk warmer en wordt vermoedelijk de 30 graden gehaald. Goed insmeren met zonnebrand, zo nu en dan de koelte opzoeken en voor iedereen geldt: voldoende drinken.

Dokkum door de ogen van…Geert Limburg

Mooie kerel die Bennie van Boerum. Ben je druk met foto’s op “Oud Dokkum”, gunt hij mij als blijk van waardering voor het plaatsen van die foto’s het schrijven van een stukje op een mij tot dan onbekende site over hoe ik tegen Dokkum aanzie. En daaraan gekoppeld ben ik ook nog verplicht om ‘de pen door te geven aan iemand die op zijn minst een beetje trots is op Dokkum’. Ik weet zeker dat dat er heel veel zijn, maar om er 1 voor aan te wijzen…. Moeilijk. Dat schrijven van een stukje trouwens ook.

Maar goed, als ik over de Grote Breedstraat kuier dan zie ik geregeld dat Bennie daar aan het overleggen is met collega’s over, denk ik dan, de voorbije of volgende happening daar op de Grote Breedstraat. Ook zie ik hem in verband met die happenings druk in de weer met tenten, kabels, afzetlinten, enz. Druk baasje die Bennie. En dat is tevens iets dat ik graag zie in de binnenstad: een ondernemer die je te zien krijgt tijdens zijn inspanningen voor een levende binnenstad. “Vroeger” kende ik alle ondernemers in Dokkum. Een zaak had een gezicht. Nu ken ik er maar heel weinig. Maar dat kan ook heel goed aan mij liggen natuurlijk.

De schrijver van deze rubriek hoeft niet beslist een Dokkumer te zijn. Nou dat treft, ik ben een geboren Leeuwarder en woon pas vanaf mijn 4e jaar in Dokkum. In 1950 ben ik hier komen wonen. Dokkum was toen in verhouding met nu klein. Op 1 januari 1950 had Dokkum 5.877 inwoners, nu is dat als ik de tabel goed begrijp meer dan 12.600.

De Dokkumer taal
Wij spraken thuis Leeuwarders / Dokkumers. Op straat heb ik het Fries geleerd. Het is mij in de lagereschooltijd twee keer overkomen dat het mij bij een vriendje thuis werd verboden om Dokkumers te praten, dat was een minderwaardige taal. Fries was prima. Ik heb daar heel lang soort trauma van over gehouden en ben buiten ons gezin volledig op het Fries overgegaan. Het heeft echt heel lang geduurd voor ik in een klik dat trauma kwijt raakte: twee bekende Dokkumer ondernemers die iets in het Dokkumers tegen elkaar riepen. Ik vond het zo gewoon klinken. Niks mis mee, vertrouwd, thuis! Het Fries is nog steeds de taal die ik het meest gebruik. Maar als ik op de praatstoel zit dan gaat dat vaak ongemerkt over in het Dokkumers.

Oud Dokkum
De binnenstad van Dokkum is prachtig. En dat vond ik ook van de Voorstreek, de Achterstreek en het Hellingpad. Helaas is ooit besloten om een paar oude delen van de stad te slopen om er parkeerplaatsen en bedrijventerreinen van te maken. Dat betreur ik nog steeds. In een stadje als Dokkum was het woekeren met ruimte, dus overal werd gebouwd. Ik besef heus wel dat veel van die woninkjes onbewoonbaar waren, sterker nog, ik heb er vele vanwege mijn werk moeten onderzoeken en het vonnis “onbewoonbaar” moeten geven. Maar toen al deed mij dat vaak pijn. Die woningen voldeden niet aan de meest minimale eisen die aan een gezonde woning werden gesteld. Daar is geen misverstand over, maar wát een stuk geschiedenis van meerdere geslachten voelde ik in zo’n woning.

Als een gezin zo rond 1967 kon kiezen tussen een woning in bijvoorbeeld de Achtzaligheden, Danshuissteeg, Schermesweide, Keereweer, Voorstreek en Hellingpad zoals het er toen uitzag, of een woning in het Zuid-west of Zuid-oost, dan was de keuze wat woning betreft meestal toch voor de nieuwbouw. Helaas heeft de gemeente niet gekozen voor rehabilitatie van die woningen en andere gebouwen in deze gebieden, maar de keus gemaakt om deze authentieke delen van Dokkum op te offeren voor de heilige koe auto en kleine bedrijven. Door het opruimen van deze oude buurten en daar geen vervangende bouw voor terug te zetten, is een stukje beleving van wat óók een stukje Oud Dokkum was, verdwenen. Er waren immers niet alleen grote huizen, maar ook kleine, soms onwaarschijnlijk kleine woninkjes. En nu ik toch aan het klagen ben: Ik vind het een hoogst kwalijke zaak dat de Gemeente en Blokker, maar de gemeente het meest, zich niet houden aan de ooit gemaakte duidelijke afspraak dat de Begijnesteeg in zijn volle lengte – tussen Hoogstraat en Gasthuisstraat behouden zou worden. Er staat nu een zeer lelijke lift in de steeg!

Maar feit is dat Dokkum weliswaar oud is, en dat door een behoorlijk aantal schitterende, keurig onderhouden stadsgezichten ook goed laat zien. Maar Dokkum is ook duidelijk géén museum, maar gaat met de mode mee. Ooit had elke woning of winkel zijn eigen geheel waterpas gelegde stoep, dan kwam de gemeentestoep, en dan de rijweg. Dat is in fasen omgebouwd naar één vlakke baan. Met hier en daar wat variaties. De onderkanten van de winkelpanden zijn eigentijds. En dat is wat je ook in de meeste plaatsen Nederland en omstreken ziet. Evenzo de landelijke winkelketens. Maar een terp midden in de stad zie je elders zelden.

Ik heb wat met Dokkum. Ooit kende ik vrijwel elk detail in de binnenstad, aan een stukje vensterbank op een foto had ik soms genoeg om te zien bij welk gebouw dat hoorde. Het zal zo in 1972 zijn geweest dat ik op een baan ver van Dokkum heb gesolliciteerd. Ik woonde toen met mijn jong gezin op de (nog oude) Hogedijken. Ik had enige weerstand om de sollicitatiebrief in de brievenbus bij de Woudpoort te doen. Maar ik heb het gedaan. Ik keek daarna met een vreemd gevoel, in trance bijna, om mij heen: de molen, de brug, de gracht, de Keppelstraat, het Zuiderbolwerk, de Hogedijken. En ik dacht: bist gek dasts jir wei giest.

In 1965 mocht van mijn baas, de directeur van gemeentewerken G.J.R. Wibbelink, dia’s maken van wat er veranderde in Dokkum, en dat was in die tijd veel. De motivering was dat het in bepaalde gevallen handig kan zijn te zien hoe iets was, en voor mij was “misschien leuk voor later” een grote drijfveer. Hoe dat later dan moest nog geen idee. Toen waren computers en internet nog lang niet in beeld. Begin jaren ‘80 kon ik het echt niet meer met het werk verenigen en ben ik er mee opgehouden. Gelukkig zijn er nu wel computers en aanverwante toestellen. De toen gemaakte dia’s, die nu in het streekarchief zijn opgeslagen, kunnen worden gedigitaliseerd en te kijk worden aangeboden. Velen beleven daar plezier van, en gaan misschien nog een beetje meer van Dokkum houden. Daar doe ik het voor.

En nu nog de vraag aan wie ik de pen doorgeef. Nou, de pen wil ik doorgeven aan een geboren Dokkumer om útens die zich inspant om iets van het roemruchte spoorgebeuren weer wat zichtbaar te maken. Als hem dat lukt, en daar is hij van overtuigd, worden de straatnamen Stationsweg, Spoorstraat, Stationsstraat, en Bij’t Sation in Dokkum ook weer iets verklaarbaarder. En mogelijk levert het nog wel wat meer op. Hij móét wel iets positiefs met Dokkum hebben om dat voor ons te willen doen. De naam van de man die wat mij betreft de volgende ‘door de ogen van’ schrijft is Chris Rijff.

Met vriendelijke groet,

Geert Limburg.

Mijn werkplek in de gevangenis De Blokhuispoort

Als ik vertel waar mijn kantoor zit, in de gevangenis in Leeuwarden, vergt dit altijd enige uitleg. Het is natuurlijk ook een zeer bijzondere plek voor een kantoor. Zoals je hoogstwaarschijnlijk wel weet is de oude gevangenis sinds 2007 niet meer in gebruik. Inmiddels is het een cultureel bedrijvencentrum waar meer dan 100 bedrijven, winkeltjes, kantoren en een café zit. Zo dus ook mijn kantoor.

Het is een geweldig inspirerend gebouw waar ik veel gelijkgestemde mensen tegen kom maar ook toeristen en af en toe wat bekende Nederlanders. Ook niet onbelangrijk, er worden vaak goede feesten gehouden. Kortom als je er nog nooit bent geweest dan raad ik je aan om dat snel een keer te doen.

In 2010 ben ik met mijn communicatiebureau WINI, wat ik naast mijn werkzaamheden voor Familiebedrijf Weidenaar heb, in de Blokhuispoort getrokken. Eerst in een cel en inmiddels in een kantoor. Samen met Hotze Bouma heb ik Café de Bak opgezet waar ik inmiddels de communicatie voor doe. Het café is een plek geworden waar je alleen naar toe kunt gaan maar waar je niet eenzaam bent. Dat was het doel en ik geloof dat dit goed gelukt is. Mede door de geweldige medewerkers en de mooie mensen die in het gebouw en het café komen.

Ik kan er niet de vinger op leggen waarom het zo fijn is om hier te werken en te zijn. Het is denk ik de combinatie van de sfeer, de mensen en het gebouw zelf. Ik heb er al veel bijzondere dingen meegemaakt zoals Ekdoms Eetcafé in de week van Serious Request, veilingen met bijzondere veilingmeesters als de gebroeders Anker, feesten waaronder Jail House Rock en mooie gesprekken met ‘gewone’ mensen. Kortom als je binnenkort weer een keer in Leeuwarden bent kom een keer een bakje doen bij Café de Bak en laat je inspireren door dit bijzondere gebouw. Wie weet tot ziens in de gevangenis.

Aan boord bij (2014): de familie Nijmeijer


In de zomermaanden wordt vaak gesproken over komkommertijd. Het nieuws staat ook in Dokkum dan wel op een wat lager pitje, qua toerisme is het hoogseizoen. Uitgelezen kans om langs de waterkant te lopen en de gasten die in Dokkum verblijven op te zoeken. We stappen deze keer aan boord bij de familie Nijmeijer uit Zwolle: in de zomer ‘vaste gasten’ van de stad.

Aan boord bij: de familie Nijmeijer
Het gezin ligt nog maar net afgemeerd in Dokkum als ze voor deze rubriek worden benaderd. Heel even moet Ilona Nijmeijer-Vellinga (46) er over nadenken, maar dan komt het verlossende antwoord: “Kom maar naar boven, wil je ook een bakje thee?” Samen met haar man Marcel Nijmeijer (49) en drie kinderen: Xander van 12, Ineza (10, bijna 11) en Elise (7) verblijft het vijftal een nacht in Dokkum. “Helaas maar 1 nacht dit keer”, vertelt Marcel. Net als voorgaande zomervakanties doen de Zwollenaren (met thuishaven Ossenzijl) een rondje Friesland. Normaal gesproken doen ze daar een week of drie over, maar dit jaar moeten ze het in 1 week doen. Ze liggen met hun boot vlakbij molen de Zeldenrust, een prachtig gezicht. Marcel Nijmeijer: “De vorige keer lagen we aan de kant van de molen”.

Wat ze opvalt? “Het is erg rustig op het water”, vindt Marcel. “Normaal gesproken komen we heel wat boten tegen als we van Leeuwarden naar Dokkum varen, nu waren het er maar een stuk of tien”. Ook in Dokkum moesten ze voorheen wel eens zoeken om een plekje. Deze keer was er plek zat. Het zal de crisis wel zijn, concluderen we samen. En de vakanties in het Noorden vallen vroeg, dat speelt waarschijnlijk ook mee. Aan de faciliteiten in Dokkum ligt het in ieder geval niet, vindt het stel. “Behalve het badhokje uit de jaren zeventig dat hier staat”, aldus Marcel. Dat het Badhuis in Dokkum verdwenen is vinden ze erg jammer en wisten ze nog niet. Het gratis draadloze internet wordt zeer gewaardeerd. Ilona is dik tevreden over de supermarkten en het diverse winkelaanbod in de stad: “De binnenstad is super!”

Vaste adressen in Dokkum hebben ze genoeg, zo blijkt. “Een vast item van ons is een bezoek aan de Min 12 (inmiddels Fresco). Onze kinderen gaan daarnaast graag naar de bakker bij de brug om Juttersbrood”. Ze zijn in ieder geval niet moeilijk van hun boot af te krijgen. “O, is het vandaag weekmarkt? Dan gaan we straks nog even in de binnenstad kijken”, aldus Ilona. De gastvrijheid in Dokkum wordt erg gewaardeerd en valt op. Toen de familie tijdens een vorige vakantie in Dokkum bij de Chinees bestelde, werd het eten aan boord bezorgd. Het zal vermoedelijk ook niet de laatste keer zijn dat ze Dokkum aan doen. Voor 2014 blijft het bij 1 nacht. Donderdagmorgen vertrekken de Nijmeijers weer uit de stad om hun rondje Friesland binnen een week af te kunnen maken.