We nemen allemaal graag leuke ideeën mee uit het buitenland. Op vakantie, voor zaken of op studiereis kom je vaak dingen tegen die je graag thuis ook zou willen zien; trendy winkels, authentieke markten, imponerende winkelcomplexen, water- en groenpartijen in de stad, goedkope maar heeeel lekkere eettentjes. En je vraagt je dan soms af waarom dat daar wel kan en hier niet of nauwelijks. Het antwoord op die vraag is vaak heel simpel.

Zo werkt in zuidelijke landen de zon harder dan hier (hoewel het door de klimaatverandering steeds meer de goede kant op gaat). En dan wil het wel gezellig worden op de straten en de pleinen. Ook heb je met eeuwenoude cultuurverschillen te maken. Buitenshuis eten is voor ons iets speciaals terwijl het in een land als België bijna tot de dagelijkse kost behoort. En als ze dan thuis eten geven ze er ook meer aan uit. Hoe hardnekkig die landelijke verschillen zijn hebben ze in Maastricht, pal aan de Belgische grens, geweten. Zo dachten ze een bourgondische foodcourt te ontwikkelen in de onderaardse gewelven van het shoppingpaleis Mosae Forum met allemaal kleine luxe smulwinkeltjes en traiteurs. Maar wat by far het beste liep was de naastgelegen supermarkt.

Aan de andere kant hoeven we ook weer niet zo somber te zijn over ons eigen landje. Ik weet zeker dat er heel veel buitenlanders zijn die met dezelfde verhalen thuis komen als wij. Over die leuke Nederlanders en die sfeervolle winkeltjes: “Warum gibt’s das nicht hier?” Het is dus de kunst om je te laten inspireren in andere landen, maar alleen die dingen door te geven die bij ons passen, bij ons weer, onze cultuur, onze draagkracht. In dat verband denk ik even aan ons bezoekje aan Locarno in Zwitserland aan het Lago Maggiore aan het einde van onze vakantie in Italië. Zeker niet de mooiste stad die we op onze reis hebben gezien. Wel levendig door het filmfestival dat net begon. Het waren vooral de mooie en stijlvolle winkels die ons troffen maar met dan ook weer heel dure spullen. Na een paar uur hadden we het wel gezien.

Ik had bij aankomst al gecheckt dat je in de parkeergarage met je creditcard kon betalen zodat we gelukkig alleen daarvoor geen Zwitserse Franken hoefden te tappen. Dus even de parkeerkaart laten aflezen, maaaar waar is de gleuf voor de creditcard? Vragen, vragen. Ik wilde de achter ons wachtende vrouw dan ook maar voorlaten om het betaalprobleem bij het bemande loket te gaan regelen toen ze in een snelle beweging mijn parkeerkaart overnam, nog even haar 20% kortingkaart er doorheen joeg om vervolgens ons parkeergeld van SF 3,50 met muntjes te voldoen. Asjeblieft en goede reis (in het Italiaans). Van onze Euro’s wilde ze niets weten. Het was gewoon een aardigheidje. Blij en verbaasd reden we weg.

Natuurlijk verwacht ik niet van alle Dokkumers dat ze vanaf nu het parkeergeld van de buitenlandse toeristen gaan betalen (wat overigens ook bijna nooit meer hoeft dankzij de nieuwe inzichten in het belang van de stad). Maar ik werd door de actie van die Zwitserse mevrouw wel even wakker geschud. Wat is het toch leuk wanneer mensen welgemeend aardig voor elkaar zijn, zonder dat ze daar iets voor terug vragen. En Locarno? Daar gaan we zeker weer een keer naar toe.

Olaf Busch
Binnenstadsmanager Dokkum


Lucarno