Toespraak herdenking vrijdag 22 januari 2016

Beste aanwezigen, nabestaanden van de slachtoffers, heren veteranen, leerlingen van klas 2A van de VMBO Vakschool, leerkrachten, de heer Klaverkamp , leden van het comité van de 22 januari herdenking, Sjoek Nutma, raadsleden. Goed dat we hier nog even bij elkaar zijn.

Ik verontschuldig de wethouders die verplichtingen elders hebben. Maar het is goed en heel fijn dat de raadsleden  Cootje Klinkenberg, Rebecca Slijver, Jacob Woudstra en Lolke Folkertsma vandaag ook namens de gemeente aanwezig zijn.

Zojuist hebben kransen gelegd bij het monument aan de Woudweg en letterlijk stilgestaan bij de moord op 20 mannen op  die koude maandag 22 januari 1945. De bevrijding was in aantocht, maar voor deze mannen kwam de bevrijding te laat.  De Duitse Sicherheitsdienst liet 20 mannen ophalen uit de gevangenissen van Leeuwarden en Groningen en ze werden in groepjes van vijf genadeloos doodgeschoten door een vuurpeloton. Uit blinde wraak omdat bij een verzetsactie bij de Valom een topman van de Sicherheitsdienst en een chauffeur waren omgekomen.

Meneer Klaverkamp heeft zojuist de namens van die 20 mannen voorgelezen, zodat  ze even weer mannen van vlees en bloed worden, mannen van gezinnen die uit elkaar werden gerukt.

Vorig jaar, donderdag 22 januari 2015, was het precies 70 jaar gelden dat de 20 mannen aan de Woudweg werden geëxecuteerd.  Het Dockinga Collega maakte rondom de herdenking een groot project waaraan heel veel leerlingen en leerkrachten deelnamen. En op die 22e januari  was er in een volle Fonteinskerk een indrukwekkend programma . Zo werden alle  20 mannen persoonlijk herdacht met een portret in muziek en poëzie.

En moeten we dan ook na 71 jaar nog herdenken? Het antwoord is een volmondig ja.

Dit jaar is het klas 2A van de VMBO Vakschool  die het monument adopteert, de krans legt en in de afgelopen periode meer te weten is gekomen over die zwarte maandag in 1945. En het zijn ook leerlingen van het Dockinga College die vandaag met tekst en muziek de herdenking extra betekenis geven. Ik prijs de school en de leerlingen dat jullie met ons – alle andere aanwezigen-  blijven herdenken. En daarmee uitdrukken dat het waardevol en nodig is om niet te vergeten. Niet te vergeten het noodlot van de 20 mannen. Niet te vergeten de miljoenen slachtoffers van de  terreur  en onderdrukking van de Tweede Wereld Oorlog. Niet te vergeten dat de vrijheid sinds die Tweede Wereld Oorlog heel bijzonder is en inzet vraagt. Van iedereen. Iedere dag.

En helemaal nu de wereld zo op drift is. Geweld en terreur en onderdrukking zoals wij die kenden in de Tweede Wereldoorlog is nu op veel plaatsen in de wereld de bittere werkelijkheid. Syrië, Eritrea, Afghanistan… we kennen de gruwelijke beelden en verhalen.  En het drijft miljoenen mensen op de vlucht. Op dit moment zijn er zestig miljoen mensen op de vlucht voor geweld, vervolging en oorlog. Van hen is 51% onder de achttien jaar. Jongens en meisjes van jullie leeftijd. De meeste vluchtelingen verblijven  in vluchtelingenkampen in hun eigen regio, vaak onder slechte omstandigheden. Maar mensen zoeken ook in Europa, ook in Nederland veiligheid en vrijheid.

En die vluchtelingen opvangen is niet altijd eenvoudig. De samenwerking tussen Europese landen is niet goed en iedereen opvangen in Europa kan ook niet. Maar het is wel onze morele plicht om wat ruimte te maken voor en veiligheid te bieden aan  mensen die hun eigen plaats in de wereld zijn verloren en op zoek zijn naar een veilig heenkomen.

Één voorbeeld uit de Tweede Wereldoorlog: In 1939 vertrok de boot St. Louis uit het Duitse Hamburg. Aan boord waren duizend Joodse opvarenden die zochten naar een land dat hen veiligheid wilde bieden. Dat lukt niet in Cuba, niet in Amerika, niet in Canade, niet in Paraquay, niet in Colombia en ook niet in Argentinië. Het schip moest terugkeren naar Duitsland waar een groot deel van de opvarenden vervolgens stierf of werd vermoord in een concentratiekamp.

Het is dus niet voor niets dat na de Tweede Wereldoorlog wereldwijd werd afgesproken om vluchtelingen te beschermen. En we wisten ook dat er helaas altijd mensen op de vlucht zouden zijn, soms kleine aantallen, soms in grotere stromen.

Nu er veel mensen naar Europa komen, kan de angst toeslaan. Omdat het veel mensen zijn die van ver komen, uit andere culturen, mensen die we niet kennen en die een andere taal spreken. En de aanslagen in Parijs begin en eind vorig jaar voeden die angst.  Sommigen zijn bang dat wij onze vrijheid kwijtraken, dat de vluchtelingen een gevaar zijn voor onze veiligheid. Die angst is begrijpelijk.  Maar  God verhoede dat die angst verder omslaat in haat en agressie tegenover alle vluchtelingen . Én tegenover mensen van goede wil.  Dan zetten we niet alleen de veiligheid op het spel van vluchtelingen die juist bij ons veiligheid zochten, maar de veiligheid en vrijheid van iedereen staat dan op het spel. We koersen dan af op een samenleving, in ons land en daarbuiten,  waarvan we na de oorlog zeiden “dat nooit weer”.  Dan doen we geen recht aan alle slachtoffers die we op 4 mei herdenken en aan de 20 mannen die we vandaag herdenken.

We kunnen wel proberen om angst om te zetten in terechte zorgen om vervolgens zo goed mogelijk voor elkaar te zorgen.

Ik kwam een gedicht tegen waarin dit soort gedachten heel mooi zijn verwoord en waarin u, jij en ik – denk ik – heel veel herkennen. Het is geen hoogstaande poëzie, maar dat vind ik nu niet zo belangrijk.

Bang

Jij bent bang.
Ik ben bang.

Jij bent bang om dood te gaan in de oorlog in jouw land.
Ik ben bang dat je die oorlog meeneemt naar het mijne.

Jij bent bang dat de grenzen voor je neus zullen worden gesloten.
Ik ben bang dat er veel mensen met verkeerde bedoelingen hier naar toe komen.

Jij bent bang dat je niet welkom bent in Europa.
Ik ben bang dat jij mijn cultuur niet zult begrijpen.

Jij bent bang dat je nooit meer terug naar je huis kunt.
Ik ben bang dat je nooit meer terug naar huis wilt.

Jij bent bang dat wij je niet willen helpen.
Ik ben bang dat jij de hulp niet zult waarderen.

Jij wilt vast niet dat ik bang ben.
Ik wil ook niet dat jij bang bent.

Laten we er dan samen voor zorgen dat onze angsten ongegrond zijn.

En dat “samen ervoor zorgen dat onze angsten ongegrond zijn”, kan alleen als we de ander willen ontvangen, ontmoeten en de veiligheid bieden die we zelf ook koesteren. Hen dezelfde rechten en plichten toekennen als die voor ons gelden. En de ander behandelen zoals we zelf graag behandeld zouden willen worden. Zeker als wij op zoek zouden zijn naar een veilig heenkomen.

Vrijheid en veiligheid voor die “jij” en “ik” uit dat gedicht, voor u, jou en mij is nooit vanzelfsprekend en vraagt steeds weer inzet. Vanuit een warm hart en een koel hoofd. Laten we zo goed mogelijk voor elkaar zorgen. Omwille van de vrede, de veiligheid en de vrijheid.  Dat zijn we verplicht aan iedereen die voor de vrijheid van 71 jaar geleden zijn leven heeft gegeven.

Burgemeester Marga Waanders