Eenmaal per jaar worden de Nationale Molendagen gehouden. Dit jaar 2015 op 9 en 10 mei, zaterdag en zondag. Dit vergt van de vrijwillige molenaars wat extra inzet, omdat het eigenlijk wel feestelijke dagen zijn. Enkele molens draaien dan ook met de vlaggen in het gevlucht (de wieken), een mooi gezicht. Mooi te zien was dit bij molen De Hoop in Dokkum. De vrijwillige molenaars Warner Banga en Jan Holtkamp hadden er duidelijk plezier in. Op de Zeldenrust (Karel Jongsma en Evert Dam) werd tarwe gemalen, flink werken dus, en dan worden de vlaggen naar de tweede plaats verdrongen. Zo’n vlag wil nog wel eens los raken of aan flarden scheuren bij het ronddraaien, en die extra aandacht werkt dan verstorend. Voor de bezoekers is dit natuurlijk een feest, en weer wordt eens des te meer de aandacht gevestigd op het belang en de waarde van deze in goede staat verkerende monumenten. Stichting Monumentenbehoud Dongeradeel met zijn vrijwilligers spelen hierin een sleutelrol. Ook in de buitenplaatsen is er bezetting en zijn de molens open ter bezichtiging.

In Hantum bij de stoepa maalde de Hantumer molen, een grote poldermolen met een verzet van één kubieke mater water per seconde. Oane Visser is hier de molenaar, een markant persoon in de molenwereld. In Ezumazijl was De Gans open, een kleine poldermolen welke wordt bediend door Harm Eelkema uit Nes. De Hoop in Holwerd, korenmolen en tevens lesmolen van het Gild Fryske Mounders, werd bezet door Sije Hoekstra (leermeester Gild) en een leerling. De Ropta bij Metslawier draaide met de molenaars Sietse Smits en Leo Daane. Deze molen is één der meest authentieke molens in Nederland en is zeker een bezoek waard. De Eendragt in Anjum wordt door drie molenaars in werking gehouden: Jan Wüst, Henk Kingma en Auke Bijlsma. Deze grootste molen van de stichting herbergt tevens een klein molenmuseum.

Nu is het zo, dat er onder de vrijwillig molenaars een drietal personen zijn met het beroep van leraar. Over leraren zijn de meningen verdeeld, maar het moet gezegd: in onze club zijn dit nog niet de slechtste. Er is zelfs wel een goede conversatie mee te houden. Hoewel, dit gaat niet altijd op. Op de genoemde molendag krijgt men natuurlijk allerhande bezoek. Zo ook een jongedame met twee schattige kleine meisjes aan de hand. Ze herkende in de mij vergezellende molenaar een oud leraar van haar. En tot overmaat van ramp was er nog een gast aanwezig welke tevens dit beroep uitoefent. Het gesprek kwam tot haar prestaties tijdens de schooljaren, en dit viel niet helemaal gunstig uit. Gekscherend natuurlijk, maar dit moet maar net goed vallen. En het viel niet goed. Met een rood hoofd maakte ze rechtsomkeert met haar dochtertjes en riep nog: “maar ik heb wel twee prachtige dochters”. En ik dacht er achteraan: “Lekker puh!” Want dat is de grootste prestatie.