De prognose is dat tot 2030 maar liefst 981.000 woningen nodig zijn. En daarna, jawel, moeten we nog eens 1 miljoen huizen neerzetten in ons kleine kikkerlandje! Dit was de voorspelling van voormalig minister Hugo de Jonge vorig jaar. Menig Nederlander is het met hem eens: woningcrisis! Mijn zoon en zijn vriendin kunnen met geen mogelijkheid een huis vinden! Bouw die krengen! Zet die graafmachines aan het werk en laat de betonmolens draaien!
Wacht, niet hier!
Maar even wachten. Bouw ze vooral niet hier, want hier staat mijn huis al, en dat heb ik toevallig gekocht met een levenslange garantie op dat piepkleine stukje horizon daar. Dus als we dan toch moeten bouwen, doe dat daar, bij die andere mensen, als ik er maar geen last van heb. Misschien aan de rand van de stad? Daar kun je een vinexwijk uit de grond stampen zonder dat iemand klaagt, hooguit wat ganzen misschien. Dat lossen we dan wel op met een klein compensatieplasje voor de natuur. Iedereen blij, toch?
Mollemalocatie
Het is een vreemde paradox: iedereen roept om meer woningen, maar tegelijkertijd wil niemand dat die woningen in de eigen buurt worden gebouwd. Neem bijvoorbeeld de Mollemalocatie, waar de gemeentelijke plannen jarenlang vastliepen door rechtszaken die eindeloos werden aangespannen. Zo blijft de cirkel rond. Terwijl de huizenmarkt vastloopt, klampen we ons vast aan onze eigen stukje grond, hopend dat de oplossing wel ergens anders wordt gevonden. Maar dat wordt het dus niet. We wijzen allemaal naar “het probleem” (lees: de overheid, projectontwikkelaars, asielzoekers, generaties boven of onder ons), maar vergeten dat wijzelf net zo hard vastklampen aan onze eigen ruimte. Dat het zicht op een grasveld belangrijker is dan iemand een dak boven zijn hoofd geven.
Misschien moeten we allemaal een beetje meer ruimte maken voor elkaar. En ja, ook al betekent dat dat de prijs van je huis een beetje daalt. Het uitzicht op een rechtvaardiger samenleving lijkt me namelijk stukken mooier. Het is leven is een kwestie van geven en nemen, of niet? Laten we eerlijk zijn: we hebben niet alleen woningcrisis, maar ook een egoïsmecrisis. Misschien moeten we daar eerst eens aan bouwen.