Met vijf man sterk waren ze. Allen gehuld in het oranje werkkleding van de gemeente Noardeast-Fryslân. Goed ingepakt vanwege de kou en voorzien van ronkende kettingzagen en ander gereedschap. Want: al jaren wordt er door de gemeente in deze tijd van het jaar fors gekapt en gesnoeid in de eigen bossages. Dat doen de mannen niet onverdienstelijk. Grote stapels hout worden weggehaald, waar het kan wordt gezaagd. Het zal ook wel wat geld opleveren, want als toevallige voorbijganger ziet het er toch echt uit alsof er met de botte bijl gehakt wordt. Ieder jaar opnieuw komen er klachten binnen bij de gemeente. Moet het zo rigoureus? En waarom wordt er zulk groot materieel ingezet, waarmee de eigen bospaadjes worden stukgereden?
Natuurlijk: snoeien doet bloeien. Dat is het standaardexcuus dat de gemeente naar voren brengt zodra er geklaagd wordt. Maar zó rigoureus? Door te snoeien kun je bomen en planten in toom houden of in een mooie vorm krijgen. Maar snoei je té drastisch, dan groeit het – zoals de gemeente zelf zegt – binnen no time weer terug. Maar dan wel als een wirwar van nutteloze scheuten, zonder structuur of natuurlijke balans. En dat zet toch aan het denken. Wordt er gesnoeid om de natuur een handje te helpen? Of om simpelweg een zo groot mogelijke houtopbrengst te genereren?
Hoe dan ook: de verbazing steeg toen ik dichter bij het rijdende materieel van de gemeente kwam, dat op de stoep geparkeerd stond. Even dacht ik dat de mannen pauze hadden, maar niets van dat alles. Terwijl ze in de bossages aan het werk waren, stond hun bus gewoon aan. De motor liep stationair, terwijl er niemand in de buurt van het voertuig te bekennen was. Was dit om de bus warm te houden voor de pauze?
Duurzaamheidsidealen? Nergens te bekennen. Terwijl de gemeente in haar beleid grote woorden spreekt over klimaatdoelen, CO₂-reductie en vergroening, lijkt de praktijk verdomd veel op ouderwets winstbejag en gemakzucht. Terwijl wij als burgers geacht worden minder te stoken, energie te besparen en groener te leven, ronkten daar de kettingzagen en de busmotor alsof het 1990 was. Het beeld van die rokende dieselbus op de stoep bleef nog lang op mijn netvlies staan. Want als de gemeente zelf niet eens het goede voorbeeld kan geven, hoe kunnen ze dat dan wél van ons verwachten?
Dit is een column!
Dit zijn dus geen nieuwsberichten. De schrijver/schrijfsters van een column hoeft zich niet aan het redactiestatuut van deze website te houden. Er gelden in principe nauwelijks beperkingen voor wat het onderwerp van een column kan zijn; het kan gaan van huiselijke voorvallen in Dokkum tot de wereldpolitiek. Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden. Wil je reageren? Dat kan door een tegencolumn in te sturen via: redactie@in-dokkum.nl.