ARTISANTE  AN  DE  SYL
door Warner B. Banga & Piet de Haan

Midden in de binnenstad van Dokkum, op de plek die altijd het hart van de stad geweest is, ligt de Zijl of Syl, de oude sluis op het scharnierpunt tussen zout en zoet water, maar ook tussen zand en klei. Aan dit pleinvormige kruispunt, dat tegelijk brug en vaarroute is, stonden en staan gebouwen als het oude blokhuis met zijn renaissancetrapgevels, het statige stadhuis en dé ontmoetingsplek van Dokkum: stadscafé Artisante.

Centraler kan het niet, hartje Dokkum, op een plek, waar het al eeuwenlang gebeurt in dit gezellige, oude, haast wat kneuterige stadje. Meer dan eens wordt gekscherend gezegd dat Dokkum een stad met dorpsallures is en daarbij hoort een plek, waar men kan ontmoeten, gezellig kan tafelen en een goed glas kan drinken of de laatste nieuwtjes kan bespreken.

We weten natuurlijk niet hoe het er in de terpentijd precies uitzag op dit scharnierpunt van land en water, zout en zoet of klei en wouden. De eerste beelden die opdoemen uit het grijze verleden zijn oude kaarten en plattegronden in zogenaamd vogelvluchtperspectief, gemaakt door de cartograaf Jacob van Deventer in de tweede helft van de zestiende eeuw in opdracht van de ‘Koninck van Hispanje’ Philips II. Laten we daar maar zo’n beetje beginnen met ons verhaal over deze bijzondere plek. In de tijd van Van Deventer stonden daar versterkte adellijke huizen of stinzen; aan de noordkant van het Diep de stadsstins van de familie Meckama en ten zuiden van de brug het Blokhuys, gebouwd op de plek waar al rond 1400 nog de stins van Alteka Camstra en later van Offe Riemersma stond. In deze versterkte huizen konden edelen en stadsbestuurders zich in tijden van beleg en opstand terugtrekken en verdedigen tot bevriende troepen hen kwamen ontzetten en orde op zaken stelden.

Tegenover en rond die stinzen en blokhuizen werd natuurlijk ook gebouwd en gewoond. Vaak hadden voorname Dokkumer families hier hun optrekjes, want dit was – the place to be – de plaats om te zijn en gezien te worden voor wie meetelde in het zestiende-eeuwse Dokkum. Aan de overkant van de ‘hoge straat’ was het hoekhuis aan de Diepswal zo’n markante toplocatie. Wie het zich kon permitteren om daar te wonen, had het in Dokkum vaak wel gemaakt.

Toen Dokkum een steeds beter georganiseerd stadsbestuur kreeg, wilde men natuurlijk ook vergaderen en bijeenkomen op de prominentste plek in de stad. Aanvankelijk was daarvoor geen plaats in het stadshart aan De Zijl, maar zodra die kans zich – rond 1610 – voordeed, verkaste het stadsbestuur naar de plek waar nu nog altijd het fraaie stadhuis staat. Maar in de periode daarvoor maakte men gebruik van een ander stadsraadhuis, waarover de volgende keer meer.

(wordt vervolgd)

BIJSCHRIFT: Inzet: Jacob van Deventer-kaartje van Doccum rond 1560 en schilderij van De Zijl rond 1750 door een anonieme schilder met links het stadhuis met een fraaie barokgevel en rechts op de hoek van de Diepswal het voorname ‘Artisante-pand’.