De inzet van insectencamera’s blijft een wens van de provincie Fryslân, ook al is besloten om na 2023 voorlopig te stoppen met deelname aan het landelijke Diopsis-project. Dat vertelt persvoorlichter Douwe Boersma, die namens de provincie de resultaten van het Friese insectenonderzoek toelicht. “De techniek biedt interessante mogelijkheden, maar is nog niet ver genoeg om al onze vragen over biodiversiteit te beantwoorden. Toch hopen we in de toekomst op grotere schaal insecten te blijven monitoren – mogelijk ook weer met camera’s.” Op verschillende locaties in Fryslân werden in 2022 insectencamera’s geplaatst. Dokkum was destijds het eerst aan de beurt.
Van wens naar praktijk
De provincie Fryslân stapte in 2019 in het Diopsis-project, een initiatief van kennisinstituten EIS en Naturalis. Het doel: onderzoeken of insectencamera’s kunnen bijdragen aan het meten van insectendiversiteit en biomassa. Belangrijk hierbij was dat het om een niet-dodelijke vorm van monitoring ging – in tegenstelling tot traditionele methodes met plakvallen of vangpotten. In totaal werden op dertien locaties in Fryslân camera’s geplaatst, waaronder ook in Dokkum. De eerste beelden dateren van juli 2022. Sindsdien zijn er in Dokkum duizenden insecten waargenomen, met een duidelijke toename in 2023. Vooral dansmuggen (chironomidae) bleken in groten getale aanwezig – maar ook vlinders en zelfs 49 kokerjuffers, een soort die symbool staat voor schoon en gezond water.
Dokkum: 8696 insecten in één jaar
In 2023 registreerde de insectencamera in Dokkum 8696 insecten, tegenover 5508 in 2022. De stijging komt vooral door de toename van dansmuggen. In totaal zijn er 3313 van deze muggenfamilie geteld, gevolgd door 420 vlinders. Opvallend is dat deze vlinders qua gewicht (biomassa) ongeveer gelijk zijn aan de muggen – een belangrijk gegeven voor het voedselaanbod aan andere dieren, zoals vogels. Andere soorten, zoals haften en kevers, zijn minder waargenomen. Volgens Boersma is dat deels verklaarbaar: haften nemen al langer in aantal af in Nederland, en kevers blijven vaak dicht bij de grond, waardoor ze minder snel in beeld komen bij de camera’s. De waarneming van 49 kokerjuffers noemt Boersma een lichtpuntje: “Deze insecten leven in stromend en schoon water. Hun aanwezigheid is een signaal dat het water in en rond Dokkum waarschijnlijk van goede kwaliteit is.”
Nog geen trends, wél inzichten
Hoewel de cijfers interessante inzichten bieden, benadrukt Boersma dat het nog te vroeg is om trends te ontdekken. De meeste camera’s hebben maar één of twee jaar gefunctioneerd, en het insectenaanbod blijkt sterk afhankelijk van weersomstandigheden. “Alleen al daarom is het lastig om jaren met elkaar te vergelijken. Monitoring over langere tijd is essentieel – en vraagt om geduld.” Uit het onderzoek blijkt ook dat er grote verschillen zijn tussen stedelijke gebieden, landbouwgronden en natuurgebieden. In steden worden minder insecten per uur gezien dan op het platteland of in de natuur. Toch hangt dat ook af van de soort: zo worden vliegen en muggen vaker gezien in agrarische gebieden, terwijl motten en haften het beter doen in natuurgebieden.
Techniek in ontwikkeling
De insectencamera’s zijn een relatief nieuwe techniek en nog volop in ontwikkeling. Boersma noemt het “veelbelovend, maar nog niet toereikend voor alle vragen over biodiversiteit.” Zo zijn camera’s goed in het registreren van grote aantallen insecten en het meten van biomassa, maar minder geschikt om soorten te onderscheiden. Plakvallen blijven op dat vlak betrouwbaarder. Een andere uitdaging is de praktische kant van de camera’s: ze hebben stroom (via zonnepanelen), internet en een veilige locatie nodig om langdurig te functioneren. Op sommige plekken bleek dat lastig te realiseren. “In Dokkum is dat overigens relatief goed gegaan,” aldus Boersma.
Voorlopig geen nieuwe camera’s, maar de wens blijft
Na afronding van het project in 2023 besloot de provincie Fryslân om voorlopig te stoppen met het cameranetwerk. Toch leeft de wens om insectencamera’s in de toekomst weer in te zetten. Boersma: “We zijn nu aan het evalueren welke methoden het beste werken. In de komende jaren willen we de insectenmonitoring in Fryslân verder opschalen. Of dat met insectencamera’s is, durf ik nog niet te zeggen – maar de interesse blijft.” Ook in en rond Dokkum zal de natuur dus goed in de gaten gehouden blijven worden – of dat nou met een camera is, of via een ander systeem.