De historische binnenstad van Dokkum kent tal van bijzondere plekjes met een goed verhaal. Zowel binnen als buiten de binnenstad zijn de afgelopen jaren gebouwen gesloopt, opgeknapt of nieuwgebouwd. In-Dokkum.nl duikt in de rubriek ‘Dokkum toen en nu’ de geschiedenis in. Waarom heeft een straatnaam die naam gekregen? En wat stond er vroeger op de plek van wat er nu staat? In deze editie: Het Stadhuis van Dokkum, vroeger het Mockema Blauhuis. 

Het Mockema Blauhuis
Het Mockema Blauhuis was waarschijnlijk een zaalstins die al in de zestiende eeuw werd afgebroken. Dokkum was de meest verkoperste stad van heel Friesland. Dit betekende dat de bestuurlijke functies al snel in de handen kwamen van de burgers. De oude grond bezittende adel had weinig meer in te brengen in het bestuur van de stad en verliet de stadshuizen. Het Mockema Blauhuis had een leien gedekte kap, het was aan de breedte van de Zijl gebouwd en er was een zaal die ongeveer tweederde van de oppervlakte besloeg en daarnaast ook een klein vertrek had. Het huis has een scheidingswand. Aan één of beide zijden van deze wand was de stookplaats aangebracht. Deze wand is bepalend gebleven voor de asymmetrische indeling van het stadhuis door de eeuwen heen. Het Mockemahuis was gebouwd door metselaar en steenhouwer Jacob Lous ut Harlingen. Het stadhuis is op de fundamenten van het Mockemahuis gebouwd.

Van Mockemahuis naar Stadhuis 
Op 3 september 1607 besloot het stadsbestuur van Dokkum tot de bouw van het stadhuis. Het Mockemahuis werd grondig verbouwd tot stadhuis. Het stadhuis dat tussen 1607 en 1610 gebouwd werd, werd asymmetrisch. Net naast het midden kwam de ingang en de grote gevelsteen werd gemaakt van natuursteen. Boven op de toren stond een achtkante lantaarnspits en een windvaan in de vorm van een schip. In 1717 werd deze vervangen door een grotere. Hierdoor kwam er plaats voor een klokkenkoepel. Op donderdag 29 november 1610 werd het stadhuis in gebruik genomen. In het midden van de 18e eeuw werd het stadhuis te klein dus werd er in 1756 door de burgemeester besloten om het naast het stadhuis gelegen pand te kopen. Dit werd tussen 1761 en 1762 zo gebouwd dat de vloeren op de verdiepingen aansloten met die van het stadhuis. Ook werd zo het dak op dezelfde hoogte verplaatst.

Grote verbouwing en schilderijen
In 1835 vond er nog een grote verbouwing plaats. Al het maniëristiche verdween en daarvoor in de plaats kwam de classicistische bouwstijl. Het maniërisme of de late renaissance is de stijl die volgde op de hoog renaissance. Deze stijl komt alleen nog terug in de Groene Kamer met een schouw. Het classicisme is een beweging die tussen 1640 en 1720 een terugkeer naar de klassieke Griekse en Romeinse voorbeelden voorstond. De rolgevel werd vervangen door een fronton met het door Jacob Lous gemaakte beeld van vrouw Justitia. De schilderijen uit 1763 van Daniël Reynes zijn in de raadzaal geplaatst in een grenenhouten betimmering. Het eerste schilderij verbeeldt de geschiedenis, de schilderkunst, de oudheid en de oceaan, de altijd een gevaar voor Dokkum is geweest. Het tweede schilderij laat de opkomst van het christelijk geloof zien. Het derde schilderij toont de oorlogen, waaronder de overwinning op de Spaanse bezetter. Ook is er afgebeeld hoe Dokkum protestants werd. Het laatste schilderij laat de bloei van Dokkum zien. Ook zijn er schilderijen van onder andere Burmania. De schilderijen beelden vooral de roem en dapperheid van de Dokkumers uit.

Het gemeentehuis
In het hart van Dokkum, op de Zijl, de vroegere zeesluis, staat nu het stadhuis van Dokkum. Het stadhuis is sinds 1984 het gemeentehuis van Noardeast-Fryslân. Tegenwoordig wordt er niet meer vergaderd in de burgemeester- en de wethouderskamer. Dit gebeurt in de naastgelegen gebouwen en in de Koningstraat.

Info verkregen via www.dokkum.nl en www.stinseninfriesland.nl. Foto’s van Rijksmonumenten en www.friesland.nl.